De Nederlandse bisschoppen zijn - net als al hun collega's overal ter wereld - een lijst aan het opstellen van liederen in de volkstaal die geschikt zijn voor de katholieke liturgie. Een aantal "draken" van kerkliederen, vaak van de uitgetreden priester H. Oosterhuis ("Zomaar een dak boven wat hoofden") zullen niet op deze lijst voorkomen: ze zijn te oppervlakkig en onduidelijk en daarom ongeschikt voor de katholieke liturgie.
Begrijpelijk. Liedteksten drukken een innerlijk leven uit. En Oosterhuis' interpretatie van het Evangelie ("’Te doen gerechtigheid’, dat is de kern van het bijbelse verhaal") is duidelijk verschillend van die van de katholieke Kerk (waarin het ethos volgt op de Logos, het handelen op het zien van de waarheid).
Zie voor de verschillen de buitengewoon interessante wederwaardigheden van de voormalige bevrijdingstheoloog p. Clodovis Boff, broer van Leonardo, die een paar jaar geleden tot de conclusie kwam dat de "fatale fout" van de bevrijdingstheologie (die, in een meer burgerlijk-liberale variant, ook grote delen van de Kerk in Noord-West-Europa lange tijd in haar greep gehouden heeft) erin bestaat dat ze God en Christus als centrum van het Christendom vervangen heeft door "goed doen voor de armen".
Romano Guardini (De naastenliefde in gevaar) legt goed uit dat "goed doen voor de armen" zonder nog en eerst Gods koninkrijk te zoeken, geen lang leven beschoren is.
Zie ook: Kerk hoeft niet tof te zijn, maar waar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten