dinsdag 8 maart 2011

Herman de Dijn

Uit een interview van Ed Arons met de Vlaamse filosoof Herman de Dijn in het Katholiek Nieuwsblad van afgelopen week (papieren editie, p. 3):
Ondanks de druk van de commercie en van de media zijn er volgens prof. De Dijn steeds meer mensen die beseffen dat er iets meer moet zijn dan de gerichtheid op het eigen ik. “Dat besef en factoren van buiten zullen leiden tot een implosie van het systeem, zoals we al gezien hebben bij de financiële crisis die nog niet gedaan is.”
De veranderingen in de wereld, zoals nu in de Arabische landen, leggen een enorme druk op Europa. Ook de aarde kent haar beperkingen. De Dijn concludeert: “We kunnen onmogelijk blijven doorleven zoals nu. Er zal een einde komen aan onze obsessie met ‘goed gevoel’ en we zullen op zoek moeten gaan naar wat echt waarde heeft, naar meer dan onze huidige gadgets. We zullen dan nood hebben aan de oude waarden, aan echte tolerantie en solidariteit.”
De situatie zal volgens De Dijn steeds meer worden zoals die van de eerste christenen. “Ook zij maakten deel uit van een imperium dat niet kon blijven bestaan, zoals nu ons laat-kapitalisme, dat een reus lijkt met lemen voeten. Christenen kunnen eenzelfde vernieuwende rol spelen als toen door het herbevestigen van echte waarden.”
De huidige clash met mgr. Léonard kan daarom volgens hem geen kwaad. “In Vlaanderen zijn er veel pseudokatholieken, van wie sommigen extremer protestants zijn in hun denkbeelden dan de meeste protestanten. Ze schipperen: ze willen niet katholiek zijn, maar ook niet uit de Kerk stappen. Het zijn met name vele actieve leken en priesters die zo denken; je ziet het in de recente enquête van De Standaard, in hun denken over celibaat en vrouwelijk priesterschap. Het moet duidelijk worden wat katholiek zijn betekent. Als ze een eigen kerkje beginnen, dan is dat maar zo.”
Wat katholieken in deze situatie kunnen of moeten doen? “Dat vraagt meer dan een enkele truc. Allereerst mogen we de huidige traditionele katholieken die niet mee zijn gegaan in het postmodernisme niet in de steek laten. Parochies moeten hun een goed verzorgde liturgie bieden, een liturgie waarin blijkt dat het over meer gaat dan over onszelf.” Of dat nu in alle parochies het geval is, betwijfelt De Dijn. “Veel parochies hebben een postmodernistisch aanbod.” Zo’n goed verzorgde liturgie kan ook veel betekenen voor anderen, “ook als het voor sommigen begint met enkel het esthetische aspect”.
Daarnaast ziet hij een rol voor nieuwe initiatieven. “Kinderen krijgen geen catechese meer op school en niet in het gezin, maar meestal wel in de nieuwe bewegingen. Als men maar eerlijk is. Daarmee bedoel ik dat het over meer moet gaan dan over mij en meer moet bieden dan een ik-gerichte spiritualiteit die in strijd is met het christendom. Men moet altijd aansluiten bij de traditie en die traditie mag je nooit losmaken van Christus en van de ontwikkeling van de Kerk door de eeuwen.” Gevraagd naar het verschil, antwoordt De Dijn: “We moeten komen tot een vorm van leven die niet wijzelf bepalen, maar die ons opneemt in iets dat groter is dan wijzelf.”
Het is volgens hem dan ook verkeerd als die benadering er louter op gericht is “mensen houvast, veiligheid en een fijn gevoel te bieden; dat doet het populisme ook. Dergelijke gevoelens kunnen een bijproduct zijn van het geloof, maar mogen geen doel zijn. In het christendom gaat het niet om goed gevoel, maar om de werkelijkheid en haar betekenis. Het is niet gericht op het eigen ik, maar op de anderen en op de Ander, God”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten