Vertoont de SGP wat betreft aanhang en politieke positie een stabiel beeld, de verkiezingsuitslagen als geheel laten ingrijpende verschuivingen zien. De VVD is de grootste partij geworden. De PVV heeft de grootste winst geboekt bij de Tweede Kamerverkiezingen. Zowel het CDA als de ChristenUnie hebben een flinke veer moeten laten. Zij bezinnen zich op de gevolgen voor hun politieke koers.(Afgunstige zucht) Wanneer komt er een SGP voor katholieken? Een christelijke volkspartij te rechterzijde van het politieke centrum waar je op kunt stemmen zonder daarmee meteen de roomse paus te vereenzelvigen met de Antichrist?
Het zal duidelijk zijn dat de SGP hoopt op een ontwikkeling die leidt tot een versterking van evenwichtige, herkenbaar-christelijke politiek. Hoezeer we ook verheugd zijn over de kiezerstrouw bij de SGP, per saldo moeten we vaststellen dat de secularisatie van onze bevolking zich ook meer en meer doorvertaalt naar de politiek. Naar onze vaste overtuiging is en blijft Nederland gediend met een regeringsbeleid dat beantwoordt aan de oproep uit ons nationale volkslied, het Wilhelmus: “Tot God wilt u begeven, Zijn heilzaam Woord neemt aan!”
Al voor de verkiezingen was gespeculeerd op een lastige formatie. Dat is uitgekomen. Als SGP hebben we er geen geheim van gemaakt dat wij, gegeven de verkiezingsuitslag, liever een centrum-rechts kabinet zagen aantreden dan een paars-pluskabinet. Een paars-pluscombinatie zoekt het verbindende cement in een ethische agenda die haaks staat op onze overtuigingen.
Wie daarvoor nog blind was, zijn hopelijk inmiddels wel de ogen open gegaan. Het kan toch niemand zijn ontgaan waar een partij als D66 haar prioriteiten in zoekt?
Deze partij is druk met initiatieven om de winkelopenstelling op zondag te verruimen, om de vrijheid van onderwijs uithollen en om zo snel mogelijk het verbod op smalende godslastering uit het wetboek schrappen.
Daarnaast heeft D66 moties ingediend om de Zondagswet in te trekken en om de gratie Gods te schrappen uit de wetsformules. De partij schreeuwt moord en brand als zelfs maar de mogelijkheid van een serieuze discussie over de abortustermijn in bespreking komt.
D66 lijkt hier vooral de kracht te zoeken in zich het afzetten tegenover anderen, in het zich afzetten tegenover alles wat herinnert aan de doorwerking van het christendom. Van die – ik zou bijna zeggen: ‘parasieten’-politiek - nemen wij met kracht en klem afstand.
Bij het debat over de regeringsverklaring heeft de SGP gezegd dat wij het kabinet van CDA en VVD, gedoogd door de PVV een faire kans te willen geven. Handen vouwen en handen uit de mouwen. Dat is ons motto. Dat is nou echt positieve politiek. Onafhankelijk en constructief.
Wij voelen ons niet thuis bij zure linkse oppositie. Grote opgaven liggen er voor in het saneren van de overheidsfinanciën. De staatsschuld is zorgwekkend hoog. Het besef van urgentie smelt in de praktijk al snel weg, zodra de zon weer een klein beetje gaat schijnen. Dat is onverantwoord. Aanpakken is nodig.
Maar evenmin slikken wij de kabinetsplannen voor zoete koek. Wij hebben nergens voor getekend. Wij blijven trouw aan ons verkiezingsprogramma. Ook als daar andere teksten in staan over bijvoorbeeld het gezinsbeleid dan in het regeerakkoord.
Een fair oordeel op de inhoud, daar staan wij voor. Hoe groter de afstand van de paarse ethische agenda is, hoe groter onze welwillendheid.
Onafhankelijk en constructief, volgens de beste SGP-tradities, zoals jarenlang in de Kamer ook verwoord door mijn zeer gewaardeerde voorganger Van der Vlies. Onafhankelijk en constructief. In die houding voelen wij ons ook in de achterliggende tijd gestimuleerd en gesteund door de achterban.
Die houding is voor de SGP niet bijzonder.
De omstandigheden zijn dat wel.
Het is bijzonder dat dit kabinet een minderheidskabinet is, dat zelfs met de PVV erbij nog maar op een krappe meerderheid in de Tweede Kamer berust. Het zal niemand ontgaan zijn dat de SGP de afgelopen tijd wat meer dan gebruikelijk in beeld is geweest.
“Wij hebben er moeite mee, wanneer we wel goed zouden zijn voor de stemming, doch niet voor de beraadslaging.” zei ds. Abma op de partijdag van 1978 .
Die woorden hebben we goed in onze oren geknoopt. Dat speelde toen het kabinet Van Agt-Wiegel was aangetreden, dat slechts over een smalle parlementaire basis beschikte.
Wat dat betreft, hebben we tot nu toe geen reden tot veel klagen. Er is meer dualisme dan voorheen. Ook al levert dat niet altijd de uitkomst op, waar wij enthousiast over zijn. Maar: eerlijk is eerlijk, het debat heeft aan kracht gewonnen. We merken ook regelmatig dat het besef er bij minister-president Rutte en de andere kabinetsleden er is om ook open te staan voor wensen van buiten de coalitie. Een herkenbaar voorbeeld daarvan was het debat over de politie-trainingsmissie in Kunduz.
Dit minderheidskabinet biedt daarom kansen, ook voor de SGP.
Die handschoen pakken we graag op, en het zou goed voor het land zijn als ook andere niet-coalitiepartijen dat zouden doen.
Wij willen trouw zijn en blijven aan onze diepste overtuiging, dat er alleen perspectief is in het luisteren naar Gods geboden. Daar klopt het hart van onze partij. Halfbakken compromissen zijn daarmee niet te rijmen.
Principes wegen zwaarder dan pluche.
Dat blijft gelden, ook waar de tijdgeest er niet van weten wil, en we tegen de stroom op moeten roeien. Waar overtuigen niet lukt, blijft getuigen onze plicht.
Spannend is hoe de verhoudingen voor het kabinet in de Eerste Kamer zullen uitpakken. Hoe dan ook, is de SGP er niet op uit om via de route van de Eerste Kamer dit kabinet het leven onmogelijk te maken.
Een onafhankelijke en constructieve houding is onze senator Holdijk wel toevertrouwd.
Het kabinet doet er wel wijs aan om oog te hebben voor draagvlak in de Senaat. Dat betekent extra aandacht voor behoorlijk bestuur, voor zaken als verantwoord overgangsrecht.
Voldoende tijd voor de uitvoeringspraktijk om in te kunnen spelen op systeemwijzigingen.
Niet alle kabinetsplannen lijken de toets van die kritiek te kunnen doorstaan. Denk bijvoorbeeld aan plannen rond de zorg voor leerlingen die extra zorg nodig hebben en de voornemens over de langstudeerders. Een herziening van de financiering is nodig. Daar lopen we niet voor weg. Maar het is wel verstandig als de bezuinigingen meer worden uitgesmeerd.
Vanuit diezelfde houding zullen wij ook plannen tegemoet treden om de regelingen te herzien voor mensen die door een handicap moeilijk op eigen kracht een baan kunnen vinden.
Wij erkennen dat hier wat moet gebeuren. We willen wel zorgvuldig toetsen of de plannen ook in de uitwerking sociaal solide zijn. Of niet te hard van stapel wordt gelopen. Stapeling van bezuinigingen mag niet de kwetsbaren in de samenleving onevenredig treffen.
We kunnen niet alles van de staat verwachten. De verzorgingsstaat zal soberder moeten. De overheid kleiner. Als wij daarvoor een lans breken, is dat geen meedeinen op een conservatieve golf. Het is voortvaren volgens een vaste koers. Al in de tijd van ds. Kersten was ‘inkrimping van de staatsbemoeiing’ een terugkerend thema in partijredes!
Minder overheid betekent ook meer ruimte voor eigen initiatief. Minder knellende regels. Laten we het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven stimuleren, kansen bieden. Kijk eens naar de creativiteit van ondernemers. Naar de veerkracht van vrijwilligers. Zie de innovatiekracht van boeren, leveranciers van ons voedsel en belangrijke basis voor de export.
Vertrouwen geven en ruimte bieden.
Dat geeft perspectief.
Het is de opgave om beschikbare budgetten zo goed mogelijk aan te wenden. Dat geldt ook voor de zorg.
In hospice Calando in Dirksland zagen we op werkbezoek onlangs nog hoe waardevol de inzet van vrijwilligers is voor een goede palliatieve zorg.
De overheid moet stimuleren en waarderen dat mensen zich vrijwillig inzetten voor de zorg voor elkaar.
Mooie woorden over vrijwilligerswerk zijn niet genoeg. In het fiscale beleid moeten echtparen niet langer afgestraft worden als zij ervoor kiezen geen dubbelverdiener te zijn, maar veel tijd en energie te stoppen in de zorg voor het gezin en voor anderen. Het regeringsbeleid is te individualistisch.
Het is de verdienste van de nieuwe aanwinst in onze fractie Dijkgraaf, dat hij de handen op elkaar heeft weten te krijgen om hierover een rondetafelgesprek te organiseren.
De problematiek is daar helder voor het voetlicht gebracht: het is niet te verkopen dat alleenstaanden en alleenverdieners in een gezin duizenden euro’s meer belasting betalen dan dubbelverdieners.
Het komt er nu op aan dat het fiscaal beleid daadwerkelijk gezinsvriendelijker wordt gemaakt.
We beleven spannende tijden. Ook voor de SGP als partij. De uitspraak van de Hoge Raad, bijna een jaar geleden, in de SGP-zaak is hard aangekomen. Opvallend en verwarrend is de afwijking ten opzichte van de lijn die de Raad van State als hoogste bestuursrechter eerder koos in de SGP-subsidiezaak.
De SGP heeft daarom na rijp beraad bij het Europese Hof van Justitie een procedure aanhangig gemaakt. Wij hebben principieel bezwaar aangetekend tegen de vergaande inperking van de klassieke vrijheden, en de verdere opwaardering van het gelijkheidsbeginsel als ware het een supergrondrecht.
Meneer Verhagen, bent u daar? Iemand anders?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten