zaterdag 14 januari 2012

Er zit een bijzondere Belg tussen de nieuwe kardinalen

Onder de 22 kardinalen waarvan B16 eind vorige week de creatie heeft aangekondigd (onder andere onze eigen aartsbisschop Eijk van Utrecht, Dolan van New York, Woelki van Berlijn, Tong Hon van Hongkong) zitten vier mensen die geen leiding geven aan een grote Kerk of Congregatie, en zelfs de tachtig jaar al gepasseerd zijn, maar die de paus toch de hoge eer van het kardinalaat wil verlenen: met name, mgr. Julien Ries, priester van het bisdom Namen en emeritus professor religiegeschiedenis van de Katholieke Universiteit van Louvain-la-neuve.
Ries is een van de grootste levende anthropologen, 'cultureel opvolger' van de vader van de moderne religiegeschiedenis Mircea Eliade, en stichter van het Centre d'Historie des Religions waar hij nog altijd leiding aan geeft. Ries heeft zijn leven gewijd aan de studie van de mens en in het bijzonder van het gegeven dat de mens van nature religieus is.
In 1997 zei hij op de Meeting voor de vriendschap onder de volkeren (die hij 17 maal bezocht heeft) in Rimini:
Elk historisch en psychologisch onderzoek naar het gedrag van de mens toont de aanwezigheid, in zijn leven en ervaring, van een behoefte aan transcendentie. Een leven dat zich niet op de een of andere wijze aan het Absolute bindt, raakt op drift. De geschiedenis van het sacrale bewijst dit duidelijk: wanneer de mens geen Absolutum heeft dat hem overstijgt, dan stelt hij een afgod in de plaats van het Absolute, bijvoorbeeld de wetenschap, de liefde, het werk, en concretiseert het in zijn persoonlijke leven. In feite neemt hij dan een horizontale werkelijkheid en verheft haar tot de rang van Absolute, om zich te kunnen verwezenlijken. Dit is de afgod-transcendentie, een vals sacrum, geschapen door de mens zelf.
In 2009 antwoordde Ries op een vraag van het Italiaanse weekblad Tempi over de situatie van het christendom in Europa:
Ik ben optimistisch. Het christendom staat werkelijk op het punt zijn plaats in de Europese samenleving te herwinnen. Ik heb de neiging de huidige situatie te vergelijken met de parabel uit het Evangelie over de goede zaaier, die het zaad uitwerpt in de aarde; het zaad moet sterven en daaruit komt de de rijke oogst voort. Ik denk dat dit onderricht uit het Evangelie ons moet leiden in de huidige situatie. Ik zie een teken van optimisme in de jongeren. Een leven lang heb ik onder hen doorgebracht. Ik heb de crisis van de jaren zestig meegemaakt, werkelijk een pervertering van de waarden. Op dat moment vroeg ik me af: hoe komen we hieruit? In Louvain kwamen enkele collegaprofessoren van de Katholieke Universiteit en ikzelf een beetje in het geheim bij elkaar om samen te begrijpen welke weg we het beste zouden inslaan. Er is een gebeurtenis geweest die me geleerd heeft "hoe" eruit te komen: in 1982 werd ik door priester Luigi Giussani voor de eerste keer uitgenodigd naar de Meeting in Rimini. Het was het jaar dat ook Johannes Paulus II naar de Meeting kwam. Mij was gevraagd een inleiding te houden over het 'heilige', samen met Angelo Scola, nu patriarch van Venetië [sinds vorig jaar aartsbisschop van Milaan -vh]. Ik heb toen mijn opvatting van het heilige uiteengezet en trof een buitengewoon aandachtig gehoor aan van tweeduizend man, overwegend jongeren. Vervolgens, gedurende de week van de Meeting, hebben groepen jongens en meisjes, 200-300 per keer, mij gevraagd om met hen verder te praten over dit onderwerp. Ik heb met eigen ogen kunnen zien dat er na de jaren zestig een nieuwe generatie jongeren was opgestaan.
Op 18 februari worden Ries, Eijk en de overige nieuwe kardinalen op het St.Pietersplein, zoals dat heet, 'gecreëerd'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten