dinsdag 2 augustus 2011

120 jaar Rerum novarum (2): Deel 1. Het socialisme wil de privaateigendom vervangen door gemeenschapseigendom

DEEL 1: DE OPLOSSING VAN HET SOCIALISME IS VERWERPELIJK; HET NATUURRECHTELIJK KARAKTER VAN DE PRIVAATEIGENDOM

3. Om dit kwaad te verhelpen, beweren de socialisten, nadat zij eerst bij de armen afgunst verwekten tegen de bezittenden, dat het privaatbezit moet opgeheven worden en omgezet in gemeenschappelijk eigendom onder leiding van hen, die aan het hoofd staan òf van de gemeente òf van de gehele staat. Door op die wijze de goederen der individuen naar de gemeenschap over te dragen en door verder de goederen en opbrengsten gelijkelijk onder de burgers te verdelen, menen zij de heersende nood te kunnen lenigen.
Maar zo weinig is hun systeem in staat, om de strijd te beslechten, dat het zelfs de arbeidersstand benadeelt: bovendien is dit systeem ook zeer onrechtvaardig, omdat het geweld pleegt tegenover de rechtmatige bezitters, de taak van de staat verkeerd opzet en volslagen verwarring brengt in de maatschappij.

ARTIKEL 1 - Dit zou de toestand van alle loontrekkenden verslechteren

4. Immers, klaar en duidelijk is het, dat de arbeid ondernomen door hem, die in een winstgevend bedrijf werkzaam is, juist hierin zijn reden en naaste doel vindt: zich iets te verwerven en als persoonlijk eigendom te bezitten. Indien hij immers zijn arbeidskracht en inspanning aan een ander ten dienste stelt, dan doet hij dit, om zich het noodzakelijke voor zijn levensonderhoud te verschaffen: krachtens de gepresteerde arbeid verwerft hij zich dan ook het volle en strikte recht niet slechts op het loon, doch ook op de vrije loonbesteding. Als hij dus door bezuiniging op zijn uitgaven iets bespaart en de vrucht van zijn spaarzaamheid, om meer verzekerd te zijn van een duurzaam bezit, in een stuk land belegd heeft, dan is zonder twijfel dat stuk land niets anders dan het loon zelf, onder een andere vorm: en daarom moet het stuk land, aldus door de arbeider gekocht, evenzeer van hem zijn, als het door zijn arbeid gewonnen loon. Maar juist hierin bestaat, zoals men gemakkelijk begrijpt, het eigendom van roerende en onroerende goederen. Derhalve verslechteren de socialisten daardoor, dat zij de goederen der individuen willen overbrengen op de gemeenschap, de toestand van alle loontrekkenden; immers door hun de vrijheid te benemen om hun loon te beleggen, beroven zij de arbeiders van de hoop en de mogelijkheid, om hun bezit te vermeerderen en hun toestand te verbeteren.
(Paus Leo XIII, encycliek Rerum novarum. Over kapitaal en arbeid, 15 mei 1891, Deel 1, hoofdstuk 1, artikel 1)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten