Pater Raniero Cantalamessa is terecht verbaasd en bedroefd over de reacties op zijn paaspreek, waarin hij – de brief van een joodse vriend citerend – de aanvallen op de paus vergeleek met het antisemitisme.
De opperrabbijn van Rome, Riccardo Di Segni, heeft het incident betreurd als een “ernstige stijlfout”. Maar Radio Vaticana meent dat er “economische lobby’s achter de aanvallen op de paus zitten”. Ook het commentaar van de [anglicaanse, n.v.d.v.] aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams was volgens de BBC “ongewoon hard”. De prelaat beweert dat “een instelling die zo sterk gemarginaliseerd wordt van de samenleving (als de Ierse Kerk) ineens haar geloofwaardigheid verliest”. Volgens het katholieke weekblad Tablet is het een “verrassende opmerking die het risico loopt de gemeenschap van de gelovigen te beïnvloeden”.
Maar bij nadere beschouwing is er een verband tussen deze aanvallen op de Kerk en de vervolging van joden. Het bestaat uit twee feiten: 1) het falen van de Vaticaanse Staat en de staat Israël (in de mate dat deze ten onrechte wordt vereenzelvigd met het jodendom) om te gaan met een media-offensief dat ze in diskrediet wil brengen; 2) het verschillende vermogen van Kerk en Synagoge om de betekenis van de "uitverkiezing", dat beiden verdedigen, uit te leggen.
De Vaticaanse Staat en de staat Israël zijn zeer verschillend. Het Vaticaan is een absolute staat, uitzonderlijk in haar theocratische regime, waar de staat Israël uitzonderlijk is in zijn seculiere en democratische regime. Beide ontlenen hun legitimiteit (niet hun internationale politieke rechtspersoonlijkheid) niet aan erkenning door andere naties. Ze baseren hun legitimiteit op een idee van “missie” of “uitverkiezing”, wat in politieke en historische termen ondenkbaar is. Voor wie soevereiniteit verbindt met de idee van een - al dan niet territoriale - natie, is dit een anachronisme, zo niet een gruwel.
Het is duidelijk – dat zou het althans moeten zijn – dat de Kerk geen met valse bescheidenheid en liefde vermomde misbruikorganisatie is, evenmin als het jodendom een door vals slachtofferschap gemaskeerde racistische economische machtsgroep is. De Kerk, zegt kardinaal Roger Etchegaray, vice-decaan van het Kardinalencollege, “is vooral niet geliefd bij wie een hekel heeft aan haar verdediging van de onaantastbaarheid van het gezin gebaseerd op het huwelijk tussen man en vrouw, van een eerlijke verdeling van de globale economische middelen en van een ethisch alternatief voor de logica van de pure winst”.
Israël is – met name in de identificatie van het jodendom met de zionistische beweging – niet geliefd door het succes van zijn nationale idee, naast het falen van alle andere politieke ideologieën. Men vergeeft het Israël niet dat het pretendeert, met zijn bestaan, het onvermogen van anderen aan te tonen te leven volgens de waarden en doeleinden die ze verkondigen.
Dit betekent niet dat de Kerk en Israël geen schuld hebben. Maar die erkennen, zoals de Kerk met de pedofilie doet en zoals Johannes Paulus II en Benedictus XVI met het antisemitisme gedaan hebben, maakt diegenen woedend die hun eigen geweten zouden willen sussen door de Kerk en Israël tot hun eigen niveau te verlagen. Met het gevolg dat, paradoxaal genoeg, de Kerk en Israël (de staat en de mensen), zij het in verschillende condities, geconfronteerd met aanvallen van jaloezie en delegitimatie, zich dikwijls verenigd zien in het onvermogen adequaat op deze aanvallen te reageren.
Wat de leugen en de schijnheiligheid van hun tegenstanders ook mogen zijn, de Kerk en Israël vergissen zich als ze in de val lopen van wie zich troost met “de anderen doen het immers ook”. Het is waar. En de anderen doen het veel meer dan de Kerk en Israël. Maar wie de Ster van David of de Sleutels van Sint Petrus op zijn vlag zet, heeft niet het recht te zijn als de anderen, zelfs al zou hij het willen.
De Kerk en Israël zijn, of ze het nu willen of niet, getuigen van het feit dat er morele waarheden in de samenleving en de politiek bestaan. In een wereld met de tendens alles af te vlakken en omlaag te halen, staat in deze waarheden hun recht anders te zijn en te blijven.
donderdag 8 april 2010
Vaticaan en Israël, gelijk in verscheidenheid
We publiceren de vertaling van een artikel van Vittorio Dan Segre, joods diplomaat en deskundige op het gebied van internationale politieke betrekkingen, stichter en voorzitter van het Instituut voor Middellandse-Zeestudies van de Universiteit van Italiaanstalig Zwitserland in Lugano, in Il Giornale van 7 april.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten