Volgens de Belgische VRT stond de herhaling van de uitzending over mgr. Léonard allang geprogrammeerd; het was geen steunoffensief. Voorzienigheid dus. Het is als het vinden van een briefje van honderd in de modder, als je al zappend uitkomt bij een reportage over een geestrijke bisschop. Zeker wanneer die bisschop hevig onder vuur ligt.
Je ziet mgr. Léonard aan tafel zitten met jongeren die hem vragen stellen. Geen geforceerde gezelligheid, maar Belgische rust en een glaasje wijn erbij. Vervolgens is de bisschop op bezoek bij peuters met wie hij liedjes zingt als ‘Jésus t’aime’. Tijdens het praatje zegt hij: ‘Un évêque? C’est un grand curé’, om uit te leggen wat het verschil is tussen een bisschop en een pastoor. […]
Even later zien we Léonard bij enkele bejaarden, van wie de meesten niet meer helder van geest zijn. Wat doet de herder? Hij gaat naast de mensen zitten om een gesprek te voeren en zingt vertrouwde liedjes met hen. Ze genieten ervan.
Het punt is duidelijk: deze man is een parel voor de media. Welke bisschop laat een camera binnen in zijn slaapkamer om te laten zien hoe hij zijn koffer inpakt voor een reis? Welke bisschop kan zo rustig lastige onderwerpen onder woorden brengen, zonder in mooipraterij te vervallen? En welke bisschop durft stiltes te laten vallen omdat er nagedacht wordt? Dat is niet surrealistisch. Dat is puur.
Mgr. Léonard heeft volgens mij niet holderdebolder een perschef nodig. Hij kan het voorlopig zelf. Dat bewijst de uitzending van de VRT duidelijk. Het is een risico vlug mensen aan te trekken als anderen gaan lopen. Mensen die naar voren treden in een crisis zijn niet per se de besten.
Mensen die weggaan in een crisis zijn het sowieso niet. En mgr. Léonard verdient de beste.
De aartsbisschop is zo transparant en aimabel, dat hij uiteindelijk aan het langste eind gaat trekken. Maar voorlopig zal het taai zijn op de werkvloer. Ik ben blij dat Léonard zich niet heeft laten muilkorven tot aan Kerstmis, een eis van zijn oude perswoordvoerder. Léonard heeft maar enkele jaren de tijd.
Als er in deze periode een paar bakens verzet worden, is de Belgische kerk meer gediend dan wanneer iedereen aan het einde van de rit in de handen zal klappen en zeggen: ‘Wat een fijne man is dat toch!’
Wie de waarheid zegt, kan taarten in zijn gezicht krijgen, zeker als hij het op een vriendelijke manier zegt. Een bruut die de waarheid zegt, laten ze zijn gang gaan, want die schrikt de mensen toch wel af.
Monseigneur, bon courage!
Anderen zullen oogsten wat u moet zaaien.
zaterdag 20 november 2010
Delectatio victrix
Uit de column van pastoor Schilder in de papieren editie (p. 5) van het Katholiek Nieuwsblad van deze week:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten