vrijdag 2 maart 2012

Zorgvuldig formuleren helpt de oecumene

(O.a.) Antoine Bodar presenteerde gisteren in Utrecht het nieuwe boek De paus en de wereld. Het Reformatorisch Dagblad doet verslag.
De wereldwijde kerk van Rome, „waarvan Christus het enige hoofd is maar Die zichtbaar wordt vertegenwoordigd door de opvolger van Petrus”, heeft altijd meer oog voor continuïteit dan voor discontinuïteit, aldus Bodar, priester in Rome. „Schrijven over de paus is vanuit katholiek perspectief niet mogelijk buiten het geheel van de kerkleer, zoals het herderschap dat Jezus Petrus opdraagt, de apostolische opvolging, de verbinding van de bisschop van Rome met de andere bisschoppen en de verhouding van de universele kerk tot de lokale kerk.”
Bodar bevestigde de stelling van de auteurs dat al voordat in de Reformatie de paus als ”antichrist” werd omschreven, er een lange traditie van kritiek bestond op het primaat van de bisschop van Rome. „En is het langer dan tien of twintig jaar geleden dat de meest vooraanstaande papenvreters onder de vaderlandse protestanten de paus niet nog steeds als antichrist wilden begrijpen?”
Toch bespeurde Bodar bij de schrijvers „enige afgunst ten aanzien van de ene kerk met de paus aan het hoofd.” „Waarom daar gesproken over de paus als plaatsvervanger van God of van Petrus, terwijl eeuwenlang zorgvuldig de formulering luidt: plaatsbekleder van Christus en opvolger van Petrus?”
[...]
Volgens Bodar is in de „rebelse” jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland „eerst geprotestantiseerd en voorts verburgerlijkt.” Menig Nederlandse rooms-katholiek [...] is uitsluitend katholiek van huis uit en wil dat zelfs niet weten. Hij praat de kranten en de andere media na waar het gaat over de vermeende achterlijkheid van Rome, zonder zelfstandig denken, overweging of reflectie.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten