Ik kan het moment waarop ik kon gaan vermoeden dat mijn kerstening zijn aanvang nam dateren. Op 2 november 1993 zag ik in The Movies, een bioscoop aan de Haarlemmerdijk van Amsterdam, een film van de (betrekkelijk onbekend gebleven) Amerikaanse regisseur Abel Ferrara. Hij heette Bad Lieutenant. De titelheld werd gespeeld door Harvey Keitel. Het verhaal is eenvoudig: een gok-, sex- en cocaïneverslaafde rechercheur moet de daders van een verkrachting opsporen. Het gaat om een non die in een New Yorkse buurtkerk, op het altaar, gewelddadig te grazen is genomen. Zij heeft geen aangifte gedaan, want ze leeft naar de woorden van Christus: vergeef ze, want ze weten niet wat ze doen. Toch gaat Keitel op onderzoek uit - wat ik als verklaard agnostisch toeschouwer beter begreep dan de handelwijze van de non.Enkele zinnen uit de Proloog van Willem Jan Ottens Waarom komt U ons hinderen? (mijns inziens het mooiste boek van de Nederlandse literatuur van de afgelopen jaren).
Samenvatten is de moeilijkste kunst, juist als een verhaal zo eenvoudig en direct is als dit. Het komt er op neer dat Keitel tegen de muur van als zijn verslavingen loopt, en zelfs het voortbestaan van zijn gezin op het spel zet door zijn huis te vergokken. Hij weet dat hij ten dode is opgeschreven: hij zal zijn baan, zijn bezit en zijn leven verliezen als hij zijn speelschuld niet betaalt. En dan, in het holst van zijn wanhoop, nadat hij twee meisjes die een boete niet konden betalen tot sex heeft gedwongen, belandt hij in de kerk van de non - en ziet hij, op het middenpad, Jezus staan. Precies zoals je hem in je kitscherigste voorstelling voor je kunt zien: in lendendoek, druipend uit al zijn wonden, doornenkroon, zwijgend.
De kritiek had ernstig gewaarschuwd voor deze scène: hier ging Ferrara blatant over de top, zonder deze bloederige santekraam zou het een meeslepend portret van mentaal bederf zijn geweest, nu was het italo-katholieke tearjerkerij. Volkomen overbodig, en veel te expliciet.
Ik wil me hoeden voor een al te schematische weergave van mijn groei naar het geloof: het is beslist niet zo dat ik, zoals dat heet, op die avond tot de christelijke religie bekeerd ben door Abel Ferrara. Het zou nog minstens zes jaren duren voor ik, op een Goede Vrijdag tijdens een kruiswegstatie in de rooms-katholieke kerk bij mij in de straat, eindelijk kon verzuchten wat ik sindsdien geloof: dat Jezus met zijn zelfgezochte dood mijn zonden op zich genomen heeft. Ook toen verbeet ik vreemde, onverhoedse tranen, en wist ik mij 'op mijn plaats gesteld'. Dat wil zeggen: ik voelde me nietig, een prooi van reuzenverdriet; en ik voelde me almachtig, zoals een kind op een grote, moederlijke schoot. En ik vermoedde, bij alle vreugde, dat ik me in de nesten had gewerkt. Als schrijver, want ik leef in een tijd waarin geloofd wordt dat geloof iets is wat overwonnen zal worden, en waarin een intellectueel, en zeker een schrijver, zijn talenten inzet om aan de zin van het bestaan te twijfelen. [...]
Hoe dan ook: eens is het zoeken begonnen, en de film van Ferrara is één van de ogenblikken geweest waarop de richting waarin ik moest gaan zoeken werd bepaald. Het komt erop neer dat ik me door die film ben gaan afvragen waarom ik niet gelovig was zoals de Slechte Rechercheur; waarom ik zo'n weerstand tegen christendom had, terwijl de slotscène me toch geroerd had. [...]
Intussen is 'zoeken' een vreemde formulering, want ik wist dus eigenlijk al die tijd heel goed wat ik zocht, en waar het te vinden was. Het was het tegenovergestelde van zoeken: ik begreep dat ik, simpelweg, naar die druipende gestalte toe moest. Ik had teveel van Keitels verslaafde en hondsgedeprimeerde personage begrepen om niet te geloven dat ook ik eens op de knieën zou gaan - omdat ik dat nodig had.
In de serie Rite du Cinéma. 10 films die een leven veranderen leidt Otten vanavond Bad Lieutenant in; na vertoning van de film bespreekt hij hem na met schrijver Roel Bentz van den Berg.
In De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10 te Amsterdam. Entree 8 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten