zondag 3 maart 2013

Hoe komt het toch...

In het Nederlands Dagblad (hier - achter de paywall - de hele column) vraagt Govert Buijs, bijzonder hoogleraar politieke filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, zich af hoe het komt dat "bij ons [...] de definitie van paus [...] niet verder [komt] dan ‘een gefrustreerde ouwe sul die tegen condooms en homo’s is’". Hij vertelt hoe hijzelf tijdens een cursus over 'rechtvaardigheid', naast "het kleine clubje Harvard-hoogleraren (Rawls, Nozick, etc.) waartoe Nederlandse intellectuelen zich doorgaans beperken bij dit thema", ook de encycliek Caritas in Veritate (Liefde in waarheid) van de paus citeerde.
Bij herlezing raakte ik opnieuw onder de indruk. Dat was ook de ervaring van studenten (komend vanuit heel verschillende achtergronden). Wat een diepgang en wat een brede, waarlijk wereldwijde visie! Benedictus spreekt over de ontwikkeling van de mensheid, over globalisering, de financiële crisis, de verhouding van arm en rijk wereldwijd, over recht op voedsel en water, over markt en moraal. De algehele toon is die van hoop, solidariteit en verantwoordelijkheid – niet precies wat je zou verwachten van een ‘ouwe sul’.
Waarom weten we dit niet, vroegen studenten. ‘Ik schaam me eigenlijk’, zei iemand, ‘dat ik deze man zo verkeerd heb beoordeeld.’ Hoe kan dit zo?
Al denkend hierover schetste ik, als goed-protestantse jongen, het volgende achtergrondplaatje.
In Nederland, dat kleine halfverdronken lapje grond ergens in het noordwesten van Europa, klit een bepaald slag mensen even opzichtig als knus tezamen: Verlicht-seculieren (in de Engelstalige wereld vaak ‘enlightened liberals’ genoemd). Misschien, als je ze allemaal in de wereld bij elkaar optelt, kom je – en dan tellen we echt heel royaal – op een 100 miljoen mensen. Op zichzelf is daar niets mis mee, er zijn allerlei groepen in de wereld. Maar dit kleine groepje mensen heeft veel last, zeker in Nederland, van de merkwaardige gedachte dat men toch wel de voorhoede van de mensheid vormt, het beste wat de geschiedenis heeft voortgebracht. Bovendien lijken ze allemaal ook erg op elkaar: weldoorvoed, hoogopgeleid, goed verzekerd, goede baan.
De besten onder hen hebben in elk geval nog één hoog beginsel: de vrijheid van het individu. Anderen zijn zo verwend, dat ze zich de luxe toemeten helemaal geen hogere waarheden meer aan te hangen, zwelgend in een vaag postmodern cynisme. Een gemiddelde Nederlandse jongere komt in de publieke sfeer tijdens zijn of haar leven vooral deze laatsten veel tegen. Dat komt omdat deze mensen hier nu eenmaal zo knus samengeklit zijn.
Wat is een paus nu voor iemand?
Hij is geroepen om herder, geestelijk begeleider, te zijn van meer dan één miljard mensen. Die enorme schare kent niet de saaie, comfortabele, goedverzekerde eenvormigheid van die 100 miljoen ‘enlightened liberals’. Onder hen bevinden zich ondervoede kinderen in Afrika, opgejaagde pubers in gewelddadige favela’s in Brazilië, oude, krom gewerkte vrouwen in de Oekraïne, én her en der ook mensen die jaarlijks vele miljoenen op hun bankrekening kunnen bijschrijven, bankiers en zakenmensen, politici en arbeiders, kleine zelfstandigen en gehandicapten, analfabeten én topwetenschappers in allerlei vakgebieden.
Als een paus spreekt, spreekt hij voor en tot die allen.

1 opmerking: