Wie te Communie wil gaan, belijdt daarin het geloof in de waarachtige aanwezigheid van het Lichaam van Christus en verbindt zich er toe, zij het ook met vallen en opstaan, om in eenheid met Jezus Christus en zijn Kerkgemeenschap leven. Daartoe moet hij het doopsel hebben ontvangen en wanneer die doopgenade door een zware zonde werd verstoord, moet dit worden hersteld in het sacrament van de biecht. Een leidraad om te bepalen of iets een zware zonde is, zijn met name de tien geboden, die al eerder ter sprake kwamen en die door Christus niet zijn opgeheven, maar zijn vervolmaakt. Ook de juiste beleving van de sexualiteit maakt daarvan een onderdeel uit.Zie ook hier.
Daarom vraagt de Kerk dus overeenkomstig het voorafgaande zorgvuldig en gewetensvol met de H. Communie om te gaan en onszelf te onderzoeken of wij in een goede en zuivere relatie staan tot het Lichaam van Christus alvorens wij te Communie gaan. Bij bijzondere gelegenheden, zoals begrafenissen e.d., waarbij allerlei mensen aanwezig zijn die niet of weinig met de Kerk verbonden zijn, zal het gepast zijn om erop te wijzen dat te communie gaan niet vanzelfsprekend is. Eventueel kan het ook aan de orde komen in een persoonlijk pastoraal gesprek, waarin ieders persoonlijke levensomstandigheden en gewetensbeslissingen mee gewogen kunnen worden, die de zwaarte van een zonde nuanceren. Vervolgens wordt het dan aan de gewetensvolle verantwoordelijkheid van de betrokkene overgelaten om zijn handelswijze te bepalen t.a.v. het al dan niet te communie gaan. Het komt dan ook uiterst zelden voor dat iemand, die naar voren komt, de Communie wordt geweigerd. Ook in Reusel was dat niet het geval.
zondag 28 februari 2010
Dit zijn ze dan: de regels van de Kerk over de communie
Uit de preek van de plebaan van de St.Janskathedraal van 's-Hertogenbosch van vandaag:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten