Een artikel in het Nederlands Dagblad schetst de pedofilofiele stemming van die jaren. Geen leuk bericht, voor de jongeren onder ons wel leerzaam.
Blijft natuurlijk staan dat de leer van de Kerk altijd dezelfde is geweest (ook al was er in die jaren wel degelijk een probleem met de discipline). Eerder schreven we:
Tegelijkertijd mag niet vergeten worden dat het statistisch vele malen (om precies te zijn 36 maal) waarschijnlijker is dat niet-celibataire mannen seksueel kindermisbruik plegen dan dat katholieke priesters dat doen.
En dat ligt niet aan hun heldhaftigheid maar aan het geloof en de daaruit (met Gods genade) voortvloeiende discipline van de celibataire priesters.
Er wordt nu in de media gedaan alsof sexueel misbruik van minderjaren een typisch kerkelijk probleem is. Men kan beter zeggen: typisch niet. Maar elk geval is zeer ernstig (daar dacht "weldenkend Nederland" in de jaren '70 en '80 overigens ook anders over - en blijkbaar ook mensen in de Kerk, ook op hoge posities) en moet serieus onderzocht en indien bewezen aangepakt worden. Zoals de afgelopen jaren, op instigatie van Rome, in de katholieke Kerk overal gebeurt.
Hoe dan ook zou het tellen van de gevallen en het vergelijken ervan met andere groepen wel eens tot heel interessante en bemoedigende resultaten kunnen leiden (tellen is vaak een zwak punt bij het interpreteren van sociologische verschijnselen. Zie het zeer interessante hoofdstuk "Why Historians Ought to Count" in Cities of God van Rodney Stark). Ik heb dat zelf amateuristisch met de misbruikcijfers van Ierland gedaan, het zou aardig zijn als iemand dat wetenschappelijk zou willen doen, zoals professor Kröber in Berlijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten