Enkele uitvoerige citaten:
[Het punt is, dat de bezwaren van] de atheïstische tegenstanders van Catholica [...] zijn gericht tegen een overtuiging die veel meer gemeengoed is: monotheïsme.'Geen waarheid!' Het lijkt tolerant en bevrijdend, maar het maakt de mens daarentegen tot slaaf van de macht. Want als de mens niet iets in zich heeft dat in directe relatie tot het Oneindige staat, dan is hij niets anders dan een stipje dat zich kortstondig in de werkelijkheid voordoet, maar daar geen enkel recht tegenover heeft. Als de mens geen relatie heeft met het Absolute, maar enkel (en maar heel eventjes) onderdeel is van de de stroom van de werkelijkheid, dan
Het geloof in één god, of anders, het geloof in één waarheid. Dat is de werkelijke bron van de haat tegen de orthodoxie. De progressieve filosofie behelst immers de ontkenning van objectieve waarheid (waarheid als verankerd buiten het subject). Linkse denkers leren de intellectuelen achter progressieve bewegingen dat een beroep op een waarheid onzinnig is, een vorm van zwakte of zelfs levensgevaarlijk. [...] Monotheïsme heet de aanklacht, en de enige christenen die de progressieve machthebbers accepteren zijn hen die de waarheid van hun geloof radicaal ontkennen. De enige christenen die – omdat ze er nu eenmaal zijn en niet helemaal weggezet kunnen worden als een anomalie – worden getolereerd zijn de tolerantiechristenen die napraten dat ze niet uitsluiten of afwijzen en andere waarheden ook accepteren enzovoorts. Christenen die God abstraheren tot liefde en acceptatie jegens alles (zonder waarheid is er immers geen oordeel) en daarmee de Bijbel vaarwel hebben gezegd zijn dusdanig gepacificeerd dat zij met rust gelaten worden. Alles wat orthodox heet is echter verdacht, en wanneer de orthodoxie aandacht trekt wordt zij abrupt doelwit van de progressieve vernietigingsdrang.
Dit betekent dus dat het niet slechts die ‘marginale groepen’ zijn die op de targetlijst van links staan. Alle christenen die de Ene God belijden zijn doelwit. Het bewustzijn hiervan is vaak minimaal omdat zwijgzaamheid geen evidente tegenreactie oproept, hoewel de progressieve wens ouders het recht te ontnemen hun kinderen christelijk op te voeden meer dan genoeg aanwijzing moet zijn. De zwijgende orthodoxe is (vooralsnog) veilig van directe vervolging, maar de ondermijning gaat gestaag voort. Gebeurtenissen omtrent de SGP, de rituele slacht of weigerambtenaren zijn hier bewijs van. Wanneer dan een groep orthodoxe christenen openlijk belijdt dat vooreerst Jezus Christus hun Heer is (en niet de activistische seculiere Staat) en ook nog eens aandacht (dreigt te) krijgen, dan wordt het progressieve arsenaal van leugenachtigheid opengetrokken. De christen van alle tijden is hier het doelwit, maar de progressieve mediamachine wekt (succesvol) de indruk dat zij zich enkel richt op een kleine groep extremen. Opvallend, en wellicht nog enigszins geruststellend, is dat er wel leugens nodig blijken te zijn om de aanklacht kracht bij te zetten. Zo zijn de schrijvers bij Catholica dus ineens bommen die elk moment kunnen ontploffen, zijn zij holocaustontkenners, leden van knokploegen, racisten, anti-vrouw en staatsgevaarlijk. Het maakt de media niet uit, het monotheïsme dat in het licht wenst te treden moet worden platgetrapt. Van bange christenen maken zij graag gebruik om hun tegenstanders uit elkaar te spelen.
Christenen zijn dus gevaarlijk in de ogen van links. De christelijke reactie moet geen verdediging zijn die inspeelt op de linkse wensenlijst. Christenen moeten niet reageren met de bekende excuses dat zij alles en iedereen accepteren en de geloofsbrieven van het relativisme ondertekenen. Christenen zijn wel degelijk een gevaar voor een seculiere goddeloze wereld omdat zij deze nooit als definitief gegeven kunnen accepteren. De seculiere staat is niet het heil van een christen. Van geweld is nimmer sprake, niet omdat er geen tegenstanders te bestrijden zijn, maar omdat geweld als middel in de handen van mensen door God wordt geschuwd. Dat zijn belangrijke onderscheidingen.
Katholieken en protestanten uit alle hoeken dienen zich dus te realiseren dat zij evenzeer worden aangevallen. De leugenachtigheid van de media (ik vind dat telkens weer schokkend klinken, maar het blijkt de waarheid) moet er niet toe leiden dat christenen zich veilig wanen. De fanatiekste progressieven zullen hun kansen grijpen om de gevaarlijke christelijke monotheïsten de vrijheid van hun geloof te ontnemen. Niet omdat zij op het punt staan een overheidsgebouw op te blazen, maar omdat zij geloven in één almachtige God. Dat was ten tijde van Rome de aanklacht, en die is nooit veranderd.
heeft hij tegenover deze werkelijkheid geen enkel recht – ze kan hem behandelen zoals zij dat wil, als een steen in een wilde bergstroom.
Daarbij moet echter bedacht worden dat deze wereld, deze werkelijkheid op het niveau van de mens mensheid heet!
Mensheid is nog een abstract begrip. Concreet moet men over de maatschappij spreken.
Maar deze maatschappij is een bepaalde organische ordening, een ordening die door de macht overeind gehouden wordt. Ook een regering kan de maatschappij alleen maar vorm geven op basis van de macht die zij bezit.
Op zich heeft het stipje (ik, jij) in de cirkel van de werkelijkheid geen enkel recht tegenover de macht, geen enkel, omdat de macht de dominante uitdrukking is van een bepaald moment in het historische verloop. Welke pantheïstische, materialistische, biologische of idealistische mensopvatting dan ook moet tot deze eindconclusie leiden; in die zin is er geen verschil tussen Hitler en Stalin. De macht is hoe de kracht van de werkelijkheid zich op dit moment manifesteert. Indien de macht ervan overtuigd is dat zij alle joden moet uitroeien om de geschiedenis te dienen, heeft zij binnen deze opvattingen volkomen gelijk hen te doden of voor experimenten te gebruiken.
De hele werkelijkheid van onze tijd heeft dit tot een systeem verheven: of hij nu liberaal of marxistisch is, de staat is de oorsprong van elk recht. [...]
Als men de definitie van opvoeding leest die Anton Makarenko, een van de bekendste sovjetpedagogen, formuleert, herkent men met afschuw daarin de consequente theorie van een staat – vertegenwoordigd door de partijbazen – die het recht heeft beslag te leggen op mensen en ze te gebruiken zoals een monteur de schroeven van zijn auto: “De opvoeding is de lopende band dat het product zal afleveren van een gedrag dat aan de eisen voldoet van degenen die de zin van de historische ontwikkeling op een organische wijze vertegenwoordigen en interpreteren” . “Degenen die de zin van de historische ontwikkeling op een organische wijze vertegenwoordigen en interpreteren”, dat zijn de machthebbers van het moment. Het gaat dus om een totale vervreemding van de persoon in de door de macht gepropageerde ideologie van de maatschappij.
Bedroefd stelde Czeslaw Milosz, Nobelprijswinnaar voor literatuur in 1980, vast:
“Het is ze gelukt de mens duidelijk te maken dat hij zijn leven alleen te danken heeft aan de machthebbers. Laat hij dus zijn kopje koffie drinken en vlinders vangen. Wie de res publica bemint, hem zal de hand worden afgehakt” . [...]
Alleen de Kerk verdedigt in haar traditie de absolute waarde van de persoon, vanaf het eerste ogenblik van de conceptie tot de laatste ademtocht van de ouderdom, hoe vervallen en nutteloos die ook mag zijn. Op basis waarvan kan de Kerk dit doen? Waar haalt de mens dit recht? Waarop steunt hij deze absolute aanspraak die hem een onaantastbare positie verleent, ook als de hele wereld zich ertegen zou verzetten? Hij heeft iets in zich dat hem in staat stelt de wereld te beoordelen waaruit hij is voortgekomen (Luigi Giussani, Het religieuze zintuig, hoofdstuk 8, paragraaf 3).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten