Euforische luisteraars bellen op: “Spanje is gered!” Iemand huilt. Iemand anders nodigt uit om te bidden. Het is [zondagavond -vh] drie voor acht en Radio Cope, de radiozender van de bisschoppen, brengt als eerste het nieuws van de absolute meerderheid die behaald is door rechts. Bij de redactie – bijna allemaal jongeren – heerst echter geen feestsfeer; eerder opluchting. Er hangen drie foto’s aan de wanden van de vergaderzaal: paus Ratzinger te Madrid met een miljoen jongeren; paus Ratzinger te Santiago de Compostela met de pelgrims; paus Ratzinger in het Barcelona van Zapatero om de Sagrada Família in te zegenen. Afgelopen jaren is Spanje voor paus Benedictus XVI missieterrein geweest, “in partibus infidelium”: bijna een symbool voor de strijd tegen het relativisme, verklaard de rode draad van zijn pontificaat. “En het bezoek van de paus, zijn persoonlijke hoffelijkheid tegenover Zapatero en zijn standvastigheid in zijn principes, zijn niet vergeefs geweest” lacht José-Luis Restan, de hoofdredacteur van Cope. Het is een historische nacht voor Spanje. Een resultaat zonder precedenten wordt zichtbaar, een rampzalige nederlaag voor links. “De oorlog die de socialisten voeren tegen de Kerk en de christelijke traditie is voorbij, nu beleeft een deel van onze wereld de overwinning van de Partido Popular (de Volkspartij) als een katholieke Reconquista”. Maar dat is een vergissing - meent hoofdredacteur Restan -. De Volkspartij is niet die van don Sturzo, noch die van Martinazzoli. Het is geen katholieke partij. Het is een seculiere partij, waarin zowel christendemocraten als liberalen en conservatieven zetelen. Het zou verkeerd zijn om van Rajoy dingen te verwachten die hij ons niet kan geven en die hij ons niet zal geven. Wat we zullen krijgen van de nieuwe regering is ruimte voor vrijheid en dialoog die ons eerst ontzegd werd. De katholieken komen vannacht niet aan de macht; ze heroveren hun plek, naast de andere sociale krachten. Dat was het doel dat de paus voor ogen had met zijn reizen. Geen politieke en sociale mobilisatie ontsteken, maar een teken geven van onze wederopleving”. Nu zendt de radio “Alfredo no te creo” [Alfredo ik geloof je niet] uit, een rocknummer dat vannacht verwijst naar de geringe aantrekkingskracht van Alfredo Pérez Rubalcaba. De redacteuren lachen. De verschijning van de socialistische kandidaat op tv wordt aangekondigd en de Facebookpagina van Cope slaat op hol. Een ontketende begroet de bevrijding van het vaderland uit de handen van de “demonen van het modernisme”. Het merendeel van de posts drukt voldoening, maar ook angst voor de toekomst uit. Madrid wordt meer nog dan door binnenvallende indignados, door honderden daklozen doorkruist, die onder portalen aan het Plaza Mayor en in andere straten van het centrum slapen: de voorhoede van vijf miljoen werklozen. Javier Vissiers, programmaredacteur, brengt de afgelopen zeven-en-een-half jaar in herinnering waarin de radio van de bisschoppen het brandpunt van de oppositie tegen Zapatero was. “Weet je niet wat je moet stemmen? Luister naar Cope” zeiden de socialistische demonstranten in 2008, op die manier lauwe mensen verwijzend naar het interventionisme van de Kerk. Ook dit keer hebben de bisschoppen Rajoy en de Volkspartij geholpen: de oproep aan de vooravond om “volgens waarden en principes” te stemmen was niet moeilijk te ontcijferen. Cope staat overigens voor “Cadena de ondas populares de España” [Keten van Spaanse Volksradio]. Tijdens deze verkiezingscampagne echter hebben ze softere taal dan anders gebruikt, zoals het winnaars betaamt. Buiten klinken de eerste toeters van feestende automobilisten. Het hoofdkantoor van Cope staat in de calle Alfonso XI, dichtbij de Porta di Alcalà. Hier verzamelden zich een miljoen mensen uit protest tegen de wet waarmee Zapatero abortus van een misdaad tot een recht maakte. De terugkeer naar de voormalige wetgeving – gelegaliseerde abortus alleen in het geval verkrachting, misvorming van het kind of risico voor de gezondheid van de moeder – is de enige toezegging die Rajoy aan de kerk heeft gedaan. De afschaffing van het homohuwelijk staat niet in zijn programma: het nieuwe hoofd van de regering wacht op de uitspraak van het Constitutionele Hof en zal die respecteren. Als de rechters zullen bepalen dat de wet van Zapatero de grondwet schendt, zal rechts een andere wet aannemen die de burgerlijke partnerregistraties moet erkennen, maar niet het huwelijk en adoptie; verder zal er niets veranderen. De economie stond centraal in de campagne, niet de ethische thema’s. Maar de culturele oorlog die het land verdeelt, zal aanhouden op twee fronten: de rol van de staat in de vorming van het geweten; de herinnering aan de burgeroorlog en aan het regime van Franco. “In de gezondheidszorg en met name in de school heeft Zapatero voor een verstikkend statisme gezorgd – stelt Restan -. Tekenen hiervan waren de cursussen 'opvoeding tot burgerschap': niet burgerlijke opvoeding met bestudering van de grondwet, maar ware lessen in ideologie en secularisme, waar men onderwees dat God niets met ons te maken heeft en dat de gehele katholieke traditie tot het verleden behoort. Zapatero had het plan opgevat de geschiedenis van Spanje te herschrijven. Te beginnen met de overgang naar de democratie”. De Kerk heeft vaker dit “herinneringsbeleid” veroordeeld, dat vanuit haar oogpunt een poging is om de wonden van de burgeroorlog opnieuw te openen. In een pre-electoraal document komen de bisschoppen op voor een “verzoening” tussen overwonnenen en overwinnaars die er wellicht nog nooit geweest is. We hebben het weer kunnen zien dezer dagen toen de 36ste sterfdag van Franco en de 75ste sterfdag van Josè Antonio Primo de Ribera, oprichter van de Spaanse Falange, gevierd werden met een sinistere, nachtelijke mars van Madrid naar Valle de los Caìdos, waar de politie een treffen met de linkse demonstranten die vroegen om de opgraving van de twee lichamen, uit de weg ging. Het is het Spanje waarvan men dacht dat het ondergegaan was, of in ieder geval voor altijd verslagen, dat vanavond het hoofd weer opricht. Een land dat niet noodzakelijkerwijs extremistisch is, maar dat zich nooit heeft herkend in het beeld dat we ons vanuit het buitenland ervan gevormd hebben, druk en met libertijnse gebruiken, alsof Spanje een tot een gigantische filmset van Almodòvar was geworden. Een land dat gehecht is aan zijn koning en het stierenvechten meer dan aan Guardiola’s Barcelona (hier in Madrid hebben ze het de Catalaanse supporters nooit vergeven dat ze Juan Carlos uitfloten in de Bekerfinale). De bisschoppen die juist vandaag hun plenaire zitting beginnen, zijn niet allemaal vechters: de kardinalen van Madrid, Sevilla en Barcelona - Rouco Varela, Amigo Vallejo, Martinez Sistach – zijn al of worden bijna 75 jaar oud en zullen weldra met pensioen gaan, het “zwaard van Toledo”, Antonio Cañizares, is door Ratzinger naar het Vaticaan geroepen om daar de Congregatie voor de Eredienst te leiden. De tijd zal uitwijzen hoeveel er nog over is van de “salonrevolutie van Zapatero”, zoals Restan het noemt. Vannacht toasten ook de Zuid-Amerikaanse portiers onder het portret van de ex-premier dat veranderd is in een Halloween-monster. Bij de uitgang fluistert een vrouw een beetje geheimzinnig: “Weet u dat de koningin van Spanje de enige is die witte kleding mag dragen in het bijzijn van de paus?”
zaterdag 26 november 2011
In Spanje is de oorlog tegen de Kerk (even) voorbij
Vertaling (Thérèse, bedankt!) van een artikel van Aldo Cazzullo in de Corriere della Sera van 21 nov., naar aanleiding van de verkiezingen in Spanje die, na zeven jaar Zapatero, gewonnen zijn door de Volkspartij van Mariano Rajoy.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten