woensdag 2 november 2011

Een soms nogal koppige moeder

Artikel van uw bloghouder, vandaag in het Brabants Dagblad:
De kerk kan zich er niet toe beperken ideeën over te nemen die toevallig populair zijn. Ze moet midden tussen de mensen staan met haar eigen idealen

Als jonge priester die na tien jaar buitenland terug is in Brabant, verwonder ik mij erover hoe de discussie over godsdienst en kerk gevoerd wordt. Kwesties als een niet-bewezen misdrijf door een priester 111 jaar geleden of een pastoorloze parochie waar het bisdom wil ingrijpen - pijnlijk voor de betrokkenen, maar niet 'nieuw' of uitzonderlijk - worden 'ernstig' gevonden en geïnterpreteerd als 'symbolisch voor de toestand van de Kerk'. 'Liempde' daarentegen - waar een pastoor iemand die bewust euthanasie pleegt, niet vanuit de kerk laat begraven - wordt min of meer weggezet als de pastorale klunzigheid van een einzelgänger.
Terwijl de kwestie-'Liempde' veel principiëler en fundamenteler is.
Een stukje historisch kader. Na de middeleeuwen en de reformatie begonnen christendom en Europese cultuur uit elkaar te lopen. De 'verlichting' stelde dat kerk, Christus of God - met het bijbehorende religieuze 'gedoe' - helemaal niet nodig zijn, omdat de mens van nature goed is en zelf zijn geluk kan scheppen. Lange tijd waren deze ideeën een elitekwestie. Het volk bleef christelijk.
Eind 19e eeuw kwamen de grote ideologieën op. De middeleeuwen waren bloederig geweest, maar de menselijke ravage die de atheïstische ideologieën de afgelopen eeuw hebben aangericht kent zijn weerga in de geschiedenis niet. Als reactie werd na '45 overal in het vrije Europa het bestuur - na decennia of eeuwen - weer aan christenen overgelaten. Maar verder bleef de cultuur 'verlicht'. En nieuwe massacommunicatiemiddelen maakten dat de verlichte ideeën (de mens is van nature goed en heeft geen goddelijke hulp nodig, hooguit goede, verlichte leiders), die tot dan toe slechts bij de elite geleefd hadden (het volk mocht opdraven om de verschillende door politici bedachte oorlogen te gaan uitvechten), nu verbreid werden onder de hele bevolking. Inmiddels zijn ze gemeengoed.
Dat is de reële situatie waarin we ons nu bevinden, als kerk en als samenleving. Al eeuwenlang denkt de kerk fundamenteel anders dan de heersende mentaliteit over kernkwesties. Het bestaan van een goede God en onze afhankelijkheid van Hem, de absolute onaantastbaarheid (want heiligheid) van onschuldig menselijk leven (ook dat van jezelf), een leven na de dood met rekenschap over je gedrag op aarde: het zijn fundamentele punten waar de kerk voor staat en die de verlichting ontkent.
Tot voor kort vielen die verschillen vaak niet op (verzuiling). Maar in een tijd van communicatie en globalisering treden ze duidelijker en pijnlijk aan het daglicht. Parochieruzies zijn er altijd geweest. Maar dat gewone Brabantse dorpsmensen hun leven en lijden niet meer in Gods hand leggen maar het zich ontnemen en eisen dat de kerk dat sanctioneert, toont aan hoezeer de verlichte mentaliteit in het volk is doorgedrongen.
De kerk betreurt dat en moet de hand in eigen boezem steken voor het feit dat ze, na honderden jaren tussen de mensen gestaan te hebben, de afgelopen vijftig jaar er niet in geslaagd is de aanwezigheid en liefde van Christus zo duidelijk te laten zien en ervaren dat mensen Hem, zoals vroeger, graag volgen, ook wanneer het moeilijk wordt.
Door dit gebrek aan gemeenschaps- en geloofsopvoeding lijkt de kerk nu soms op de politieman die in extreme situaties moet zeggen: dit kan echt niet. Terwijl ze vooral moeder moet zijn, en herder. Dat wordt ze niet - zoals wel eens gedacht wordt - door het ideaal te verlagen (abortus moet kunnen, euthanasie moet kunnen), maar door midden tussen de mensen te gaan staan en te laten zien dat leven met Christus, zelfs wanneer dat problemen en lijden impliceert, de moeite meer dan waard is, veel mooier dan wat voor ander leven dan ook.
De kerk zou willen dat iedereen dit ervaart, maar dwingt niemand. De belangrijke vragen blijven altijd dezelfde. Heeft het leven een zin? Hangen wij van iets of iemand af? Zo ja, interesseert die zich voor ons? Is er iets na de dood? Wie of wat maakt dat mijn kinderen gelukkig worden? De verlichte cultuur heeft daar ideeën over, christenen ook. Die verschillen. De Italiaanse filosoof Andrea Emo (1901-1983) zei ooit: "Vele eeuwen is de kerk de hoofdrolspeelster van de geschiedenis geweest; daarna heeft ze de niet minder eervolle rol van tegenspeelster van de geschiedenis op zich genomen. Nu maakt ze de geschiedenis enkel nog het hof". Maar dan creëert ze niets. Om de samenleving zo menselijk te maken en te houden als bijvoorbeeld Brabant in de loop van de eeuwen geworden is, kan de kerk zich er niet toe beperken de ideeën over te nemen die toevallig populair zijn.
Gevallen als 'San Salvator' en 'Marietje Kessels' zijn er altijd geweest. 'Liempde' is nieuwer en zal vaker gaan voorkomen. Soms blijft de kerk koppig dingen herhalen die radicaal anders zijn dan wat alle anderen zeggen. Zoals Jezus in Johannes 6. Maar degenen die 'niet weggingen', hebben de wereld veranderd, van binnenuit.
Wat heb ik liever? Een kerk die soms onbegrijpelijk lijkt, dikwijls irriteert, maar die je iets geeft waarmee je kunt vechten, waarmee je kunt praten, een andere visie die, bij nader inzien, vaak buitengewoon redelijk blijkt te zijn? Of de eenheidsworst waarin iedereen hetzelfde denkt en er wel geen 'gedoe' is, maar ook geen hoop?

2 opmerkingen:

  1. Knap geargumenteerd, heel redelijk, bevattelijk... op een manier dat zelfs fervente atheïsten moeten kunnen pruimen wat hier aangedragen en weerlegd wordt, misschien zelfs een eye-opener!
    En voor gelovigen: een hart onder de riem, een begrijpelijke verwoording van vaak machteloze frustratie, argumenten om te onthouden in vaak oeverloze discussies.

    BeantwoordenVerwijderen