Ik denk dat we hier steeds opnieuw over moeten mediteren en God ervoor bedanken dat Hij zich heeft laten zien, dat we Hem van gezicht kennen, van aangezicht tot aangezicht; niet meer zoals Mozes, die alleen de rug van de Heer kon zien. [...] Met Christus heeft God zijn gelaat, zijn gezicht laten zien. Het voorhangsel van de tempel is gescheurd, is geopend, Gods mysterie is zichtbaar geworden. Het eerste van de tien geboden, dat het maken van afbeeldingen van God verbiedt (omdat die alleen maar afbreuk zouden kunnen doen aan de werkelijkheid), is gewijzigd, vernieuwd, heeft een andere vorm gekregen. Nu kunnen we, in de mens Christus, Gods gezicht zien, we kunnen iconen hebben van Christus en zo zien wie God is.
Ik denk dat wie dit begrepen heeft, wie zich heeft laten raken door dit mysterie, dat God zich geopenbaard heeft, het voorhangsel van de tempel doormidden gescheurd heeft, zijn gezicht getoond heeft, dat die een bron van voortdurende vreugde vindt. We kunnen enkel zeggen: "Dank U. Ja, nu weten we wie U bent, wie God is en hoe Hem antwoord te geven". En ik denk dat deze vreugde God te kennen, die zich heeft laten zien, tot aan het diepste innerlijk van zijn zijn, ook de vreugde inhoudt het aan anderen door te geven. Wie dit begrepen heeft, wie leeft, geraakt door deze werkelijkheid, moet doen als de eerste leerlingen, die naar hun vrienden en broeders gegaan zijn en zeiden: "We hebben degene gevonden over wie de Profeten gesproken hebben. Hij is nu hier". Missionair zijn is niet iets wat van buiten aan het geloof wordt toegevoegd, het is de dynamiek van het geloof zelf. Wie Jezus gezien, ontmoet heeft, moet wel naar zijn vrienden gaan en aan zijn vrienden zeggen: "We hebben hem gevonden, het is Jezus".
dinsdag 16 februari 2010
Hij is nu hier
Benedictus XVI tijdens een ontmoeting met de seminaristen van het bisdom Rome, afgelopen vrijdag:
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten