Laten we hopen op een echte, goeie crisis!
Het woord crisis (van het Grieks krino, zeven, ziften) wordt tegenwoordig, helaas, gewoonlijk begrepen in de zin van twijfelen en ontkennen, alsof crisis en kritiek vanzelf samenvallen met ontkenning. Hierdoor wordt kritiek feitelijk verlaagd tot een reden voor schandaal, slechts op zoek naar voorwerpen voor beschuldiging, naar dingen waar men bezwaar tegen kan hebben; dit is natuurlijk een kortzichtig, bekrompen begrip van crisis en van kritiek. [...](Uit: L. Giussani, Het risico van de opvoeding, hoofdstuk 2).
Het woord crisis is sterk verbonden met een ander woord, het woord probleem: niet "twijfel", maar "probleem", dat in zijn Griekse etymologie duidt op de fundamentele houding die [je] moet aannemen om een nieuwe samenleving op te bouwen: het woord probleem betekent immers je iets voor ogen stellen. Eenieder van ons wordt geboren met een geheel van gaven, samengevat door het schitterende woord "traditie" (nog zo’n woord waarvan de etymologie de schoonheid laat beseffen).
Eenieder van ons bestond eerst niet: daarom is ieder van ons “geformuleerd” door een antefact, een geheel dat hem vormt, dat hem vormgeeft. Het woord probleem heeft betrekking op dit fundamentele verschijnsel voor een werkelijke nieuwheid in eenieders bestaan en in het leven van de menselijke ordening: de traditie, de schat waarmee het bestaan ons bij onze geboorte en in onze eerste ontwikkeling toerust, moet ons voor ogen gesteld worden, en het individu, in de mate dat het levendig en intelligent is, zeeft en onderzoekt (krinei) ze vervolgens. De traditie moet “in crisis gaan”, de traditie moet probleem worden: crisis betekent dus bewustwording van die werkelijkheid waardoor we ons gevormd weten.
Het gaat dus allereerst om een ernst ten opzichte van het verleden, waarbij het woord “verleden” duidt op datgene waarvan wij gemaakt zijn om de werkelijkheid waarin we binnengaan aan te kunnen. Dit is de eerste voorwaarde voor zelfkennis en de eerste voorwaarde voor een kritische benadering van de wereld en de werkelijkheid, juist omdat de voorwaarde voor een kritische benadering bewustwording is van de instrumenten waarmee, van de structuren waarin we gaandeweg de feiten van het leven zullen ontmoeten.
Inderdaad, ten tijde van de Reformatie maakte de Kerk een ernstige crisis door, in de ware betekenis van het woord crisis en in de ware betekenis van het woord ernstig.
En inderdaad, de problemen van de Kerk van de afgelopen decennia lijken op de problemen van die van de Renaissance: gebrek aan zelf-bewustzijn, gebrek aan ernst, en dus ook gebrek aan discipline; met alle mogelijke misstanden èn verwijten van de buitenwereld van dien - die van nature toch al klaarstaat om de Kerk aan te vallen.
In de zestiende eeuw werd het probleem (het besef van de misstanden en de deels terechte protestantse aanvallen erop) een grote gelegenheid tot vernieuwing en nieuwe bloei van de Kerk.
Echte vernieuwing bestaat nooit in het overboord gooien van alles (wat ook in de Kerk dikwijls een verleiding is), maar in een beter begrip en diepere beleving van wat je al hebt. Bedenken we hoe het Concilie van Trente (1545-1563) de geloofsleer preciseerde en de overdracht ervan op de eerste plaats stelde, de opleiding en de discipline van de geestelijkheid bevorderde, de bisschoppen op hun wezenlijke taak wees, de liturgie en de sacramenten beter vaststelde, echte oecumene en wereldwijde geloofsverkondiging bevorderde. En hoe die echte hervormingen het leven van de Kerk een nieuwe impuls gaven.
Allemaal dingen die nu ook weer nodig zijn - en waarmee de paus hard bezig is.
Laten we hem helpen en in dit geval Hillary Clinton's bekende uitspraak serieus nemen: "never waste a good crisis"!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten