dinsdag 29 juni 2010

Het relaas van een slachtoffer

Eén van degenen die in vertrouwen informatie over sexueel misbruik doorgegeven had aan de commissie-Adriaenssens (zodat de Kerk, met die informatie, de slachtoffers kon helpen, eventueel alsnog de daders aanpakken en verder maatregelen nemen), terwijl de commissie met de procuratuur had afgesproken dat de informatie, indien de slachtoffers dat niet wilden, niet aan het openbaar ministerie doorgegeven zou hoeven worden (afspraak die geschonden werd door de onderzoeksrechter), verhaalt over zijn ontmoeting met de bewuste onderzoeksrechter:
Toen Hertogen gisteren bij het parket van Brussel, aan de Quatre-Brasstraat 4, het statuut van benadeelde persoon wilde aanvragen, vroeg hij ook om zijn dossier terug te krijgen. Het toeval wilde zelfs dat hij die vraag aan de onderzoeksrechter zelf, Wim De Troy, kon stellen.
'Ik kreeg twee minuten de tijd om mijn verhaal te doen. Uiteindelijk heb ik hem een halfuur gesproken. Al verzandde het gesprek snel in een welles-nietesspelletje.'
'Ik vroeg hem of hij het normaal vond dat ik als slachtoffer zelf moest uitzoeken dat ik bescherming kon vragen en of hij het niet zijn taak vond om dat aan de slachtoffers kenbaar te maken. Ik vroeg hem ook of hij zich niet een beetje voelde zoals de Duitse bezetter, in de Tweede Wereldoorlog. Die wachtte ook tot de Judenrat, die door de joodse gemeenschap zelf was opgericht, alle joden had geregistreerd om hen te helpen om daarna alle dossiers in beslag te nemen.'
'Het enige wat De Troy heeft gezegd, is dat het onderzoek gebonden is aan het beroepsgeheim, dat hij de commissie-Adriaenssens niet als hulpverlening beschouwde en dat hij zich dan ook niet aan die afspraken hoefde te houden. Ik ben met lege handen weer naar buiten gegaan. Ik heb mijn dossier, dat ondertussen genummerd was en waarvoor al een pv was opgemaakt, niet teruggekregen en ik heb geen enkele verklaring gekregen dat hij mijn dossier niet meer zou gebruiken.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten