Dit jaar zag ik in Parijs de film The Road, naar een roman van Cormac McCarthy. Het boek schijnt beter te zijn dan de film, maar toch maakte de film een grote indruk op me. Het speelt in een grauwe troosteloze wereld na een niet nader verduidelijkte catastrofe. Er groeit geen enkel eetbaar gewas meer. De weinige overlevenden eten het weinige voedsel dat nog over is – met name andere mensen. Kannibalisme is wijd verspreid. Met dit gegeven verwacht je een fantasieloze griezelfilm voor een fantasieloos publiek, maar dat is niet het geval. Het is een ingetogen verhaal over een vader en een zoon. Zij behoren tot de weinigen die geen mensenjagers zijn geworden. Maar ze lopen natuurlijk wel zoals iedereen gevaar. Hun vrouw en moeder, die haar zoon niet geboren had willen laten worden, wilde uiteindelijk ook zelf niet meer leven en is in wanhoop gevlucht, een zekere dood tegemoet. Met zijn zoon probeert de vader nu te voet de kust te bereiken. Op een tocht door beklemmend lege steden en landschappen trachten ze eten te vinden en zelf niet gevonden te worden. Uiteindelijk bereiken ze de kust, waar de vader van uitputting sterft. De zoon wordt gevonden en opgenomen door een gezin dat hij kan vertrouwen. Een ‘happy end’ dus, ook al blijven de beelden tot het einde aanrijpend somber en desolaat. Is het geen verbluffend eenvoudig en raak beeld van de postmoderne geest? Of de schrijver dat zo bedoeld heeft, weet ik niet – schrijvers hebben wel vaker inspiraties, die hun eigen begrip en bedoeling te boven gaan. Voor mij is het een profetische blik op de menselijke ziel van onze tijd. Onze dorst naar liefde, waarheid en zelfgave wordt steeds meer overschreeuwd door verleidingen om elkaar te ‘consumeren’. Terwijl relaties en werkverbanden steeds minder stabiel en trouw worden, neemt de emotionele leegte toe. Ons teleurgesteld hart wordt door de omgeving steeds meer aangespoord zijn honger te stillen ten koste van anderen – steeds meer uiterlijkheden en voyeurisme, meer virtuele seks en geweld, minder intimiteit en schaamtegevoel. Terwijl het verschil tussen koopgedrag en liefdesrelaties vervaagt, wordt onze wereld steeds meer gedomineerd door een immens kannibalistisch piramidespel. En als vrouwen het leven niet meer kiezen, welke vaders willen het dan nog verwekken en beschermen? En dram nou niet dat ik pessimistisch ben. Integendeel, ik ben optimistisch. Geen piramidespel gaat eindeloos door. En ook nu al schreeuwt in ieder mensenhart een onvergankelijke stem, dat het leven zo niet bedoeld is.
zondag 9 januari 2011
Kannibalisme
Column van pater Elias in de papieren editie van het KN van deze week (p. 14):
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten