Vorig jaar, bij het 'uitbreken' van de pseudo-verslaggeving van de NRC, die sexueel misbruik van minderjarigen neerzette als een typisch katholiek probleem, schreven we onder meer:
Niet irrelevant is dat het grootste deel van de klachten betrekking heeft op de jaren zestig en zeventig, die van de "sexuele revolutie" enerzijds en van de grote geloofscrisis in de katholieke Kerk anderzijds.Hoe dan ook, wie nog denkt dat sexueel misbruik van minderjarigen iets 'typisch kerkelijks' is (en dus ofwel zelf pas in de jaren zeventig of later geboren is ofwel een heel slecht geheugen heeft), bekijke de documentaire. Geen leuke film. Blijft natuurlijk gelden dat het de taak van de Kerk is om de wereld te bekeren, niet om met de waanideeën van de wereld mee te gaan. Op dit terrein en op andere. De ideeën van de wereld moeten beoordeeld worden, gekerstend, indien nodig bestreden, in elk geval niet klakkeloos overgenomen (dit laatste gebeurt meestal ter rechtvaardiging van eigen zwakheden; maar dat is geen goede reden).
Terecht verbindt de paus het gebrek aan respect voor de menselijke persoon met deze algemene geloofscrisis in de Kerk en stelt hij dat de verzwakking van het geloof een betekenisvolle factor is geweest in het verschijnsel van sexueel misbruik van minderjarigen.
[...] Tegelijkertijd mag niet vergeten worden dat het statistisch vele malen (om precies te zijn 36 maal) waarschijnlijker is dat niet-celibataire mannen sexueel kindermisbruik plegen dan dat katholieke priesters dat doen.
En dat ligt niet aan hun heldhaftigheid maar aan het geloof en de daaruit (met Gods genade) voortvloeiende discipline van de celibataire priesters.
Er wordt nu in de media gedaan alsof sexueel misbruik van minderjaren een typisch kerkelijk probleem is. Men kan beter zeggen: typisch niet. Maar elk geval is zeer ernstig (daar dacht "weldenkend Nederland" in de jaren '70 en '80 overigens ook anders over - en blijkbaar ook mensen in de Kerk, ook op hoge posities) en moet serieus onderzocht en indien bewezen aangepakt worden. Zoals de afgelopen jaren, op instigatie van Rome, in de katholieke Kerk overal gebeurt.
Hoe dan ook zou het tellen van de gevallen en het vergelijken ervan met andere groepen wel eens tot heel interessante en bemoedigende resultaten kunnen leiden (tellen is vaak een zwak punt bij het interpreteren van sociologische verschijnselen. Zie het zeer interessante hoofdstuk "Why Historians Ought to Count" in Cities of God van Rodney Stark). Ik heb dat zelf amateuristisch met de misbruikcijfers van Ierland gedaan, het zou aardig zijn als iemand dat wetenschappelijk zou willen doen, zoals professor Kröber in Berlijn.
[...] Niet ontkend mag worden de onevenredige media-aandacht voor elk vermoeden van een geval van misbruik in "iets" katholieks. Zie een door de New York Times, die vrijwel dagelijks een "geval" van RK misbruik op de voorpagina zet, geweigerd (!) artikel van de aartsbisschop van New York.
Maar ondanks de reusachtige geloofscrisis (en dus zedencrisis!) die de Kerk, wereldwijd maar zeker in Nederland, sinds de jaren zestig heeft doorgemaakt, blijf ik ervan overtuigd dat het aantal gevallen van misbruik in een kerkelijke omgeving, als we echt onderzoek gaan doen en echt gaan tellen, relatief gunstig zal afsteken bij wat er elders gebeurd is, gelijktijdig of erna.
Christendom beschaaft, hoezeer ook de wereld het omgekeerde zou willen doen geloven. Zelfs verwaterd, hypocriet Christendom (en dat is iets vreselijks!) is nog beter dan 'eerlijk', narcistisch cynisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten