dinsdag 28 december 2010

"Well, if it's a symbol..."

Terug naar af. Een voorbeeldje van hoe men al 2000 jaar, ook met woorden uit de christelijke traditie en binnen de muren van de Kerk, blijft proberen de radicale nieuwheid van Christus weg te redeneren: uit de Kerstboodschap op de site van de "Faculteit Katholieke Theologie" (Tilburg/Utrecht), geschreven door policy advisor Frank Bosman:
Kerstmis is het Grote Familiefeest [...]
We kijken naar Dickens Scrooge of naar een van de Santa Clause, we gaan naar de kerstmusical in Rotterdam, het kerstcircus in Den Haag en misschien naar een mooi mystiek-mysterieuze-gezellige kerstmis in een statige kerk als de Bossche Sint-Jan.
Leuk ja. Aardig ook. Doet niemand kwaad. Kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Bij mij blijft er een hol gevoel over, hoeveel ik ook van Dickens en de Sint-Jan hou. Kerstmis is het feest van het licht, van het lengen van de dagen, zoals de oude Germanen en Kelten al lang wisten. Met Willibrord en consorten is de timmermanszoon uit Nazareth hier gearriveerd om het licht der wereld te verbeelden.
Dat heeft niets te maken met maagdelijke geboortes, dogma's of biechten.
Met Kerstmis viert de mens het besef dat het altijd weer licht wordt. Die hoop wordt belichaamd in een god-in-mensengestalte, die de hongeren te eten geeft, dorstigen te drinken geeft, zwervers een dag boven hun hoofd en immigranten een gastvrij onthaal geeft. Want wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zich vernederd, zal verhoogd worden.
Kerstfeest, het feest van licht, van hoop en van Gods geboorte.
Maar zo'n salonfähig gemaakte Christus heeft niemand nodig. De Kelten niet, de Germanen niet en wij niet. Een godsdienst die alleen nog door herinterpretatie acceptabel gemaakt kan worden, is de facto dood en trekt alleen nog wat stuip.
In 1955 schreef de katholieke Amerikaanse schrijfster Flannery O'Connor in een brief:
I was once, five or six years ago, taken by some friends to have dinner with Mary McCarthy and her husband, Mr. Broadwater. (She just wrote that book, "A Charmed Life.") She departed the Church at the age of 15 and is a Big Intellectual. We went at eight and at one, I hadn't opened my mouth once, there being nothing for me in such company to say. . . . Having me there was like having a dog present who had been trained to say a few words but overcome with inadequacy had forgotten them.
Well, toward morning the conversation turned on the Eucharist, which I, being the Catholic, was obviously supposed to defend. Mrs. Broadwater said when she was a child and received the host, she thought of it as the Holy Ghost, He being the most portable person of the Trinity; now she thought of it as a symbol and implied that it was a pretty good one. I then said, in a very shaky voice, Well, if it's a symbol, to hell with it.
That was all the defense I was capable of but I realize now that this is all I will ever be able to say about it, outside of a story, except that it is the center of existence for me; all the rest of life is expendable.
(Zie over O'Connor het artikel "Flannery O’Connors waarheid voor hardhorenden" in de papieren KN van deze week (p. 20), met het goede nieuws dat uitgeverij Kok zojuist haar roman The Violent Bear It Away in het Nederlands heeft uitgegeven, als De geweldenaars.)

5 opmerkingen:

  1. En naar deze faculteit stuurt mgr. De Korte, bisschop van Groningen-Leeuwarden zijn priesterstudenten in plaats van de Tiltenberg....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Foei.
    En dan bedoel ik de reactie van 'anoniem', en ook wel het snelle oordeel in de blog.
    Als we - terecht - onze afkeer uiten wanneer mensen op grond van uit hun context gerukte citaten van de paus en andere kerkelijke vertegenwoordigers oordelen, dan moeten we niet precies hetzelfde doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Helemaal met mbuurman eens, dat we niet buiten context moeten citeren. Maar doe ik dat? Ik heb alleen de volgende, volgens mij niet wezenlijke, zinnen weggelaten:
    "Lekker eten en drinken, gezellig met vrienden en familie, weggedoken bij een open haard terwijl buiten de sneeuwvlokken naar beneden dwarrelen. We wensen elkaar gelukkig kerstfeest, gaan op wintervakantie en kijken verlangend naar het lengen van de dagen" en daar [...] voor in de plaats gezet, om het citaat niet te lang te doen zijn.
    Verder staat de kerstboodschap letterlijk zo op de website van de FKT waar ik naar verwijs.

    Wat ik niet correct vind, zeker in een officieel-kerkelijke context (en dit is maar een voorbeeldje), is "acceptabele", "wereldse" inhoud geven aan christelijke woorden ("Gods geboorte", "belichamen") die oorspronkelijk juist heel bewust de "onwaarschijnlijke" nieuwheid van Christus uitdrukten.

    Echte katholieke theologie is volgens mij juist het omgekeerde: in "wereldse" termen het radicaal nieuwe pogen uit te drukken dat God ons in de onmoeting met Christus in zijn kerk toont.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Inderdaad, de tekst is niet uit zijn context gehaald. Maar wel ben ik van mening dat de conclusie die u trekt, niet uit de woorden van de tekst is af te leiden.
    Het lijkt me een interpretatie, waarbij u uitgaat van een – in de ogen van een traditionele katholiek - negatieve beoordeling van bepaalde woorden in de tekst. Terwijl het benadrukken van andere woorden uit dezelfde tekst tot een andere conclusie zou kunnen leiden.
    Een korte kerstboodschap is geen theologische verhandeling, lijkt me, ook al staat die op de site van een theologische faculteit.
    Overigens dank voor de interessante verwijzing naar het boek van O’Connor.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik heb de tekst nog een paar keer gelezen, maar het lukt me met de beste wil van de wereld niet om een zin als "[Kerstmis] heeft niets te maken met maagdelijke geboortes, dogma's of biechten" op een orthodoxe manier te lezen.

    Maar ook al zal er vast wel iemand te vinden zijn die dat wèl kan, het is de vraag wat we daarmee opschieten.

    Moet het christenvolk zijn theologen verdedigen en verklaren, of andersom?

    BeantwoordenVerwijderen