Posts tonen met het label dr. klavan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dr. klavan. Alle posts tonen

vrijdag 3 juni 2011

Hitler is uit, Taliban is in

In de landelijke media wordt de (plotseling politiek relevante) orthodox-calvinistische SGP (die de gemiddelde opinieleider niet kan luchten of zien) op grote schaal weggezet als 'poldertaliban'.
Op micro-niveau etiketteren internetondernemer Eric van den Berg en FKT-medewerker Frank Bosman al langer andere zich in de media profilerende katholieken (wier optreden hun blijkbaar een doorn in het oog is), zoals KN-hoofdredacteur Mariska Orbán-de Haas, als 'talibankatholieken'.
In de Volkskrant legt Nausicaa Marbe uit waarom 'mediadeskundigen' graag dit soort absurde etiketten plakken:
De vraag is niet of [deze mensen] op de Taliban lijk[en], maar waarom die vergelijking zo gretig gemaakt wordt. De Taliban zijn, als bekend, godsdienstwaanzinnige moordenaars. De rapporten van de Verenigde Naties spreken boekdelen: over de terreuraanvallen op dorpen, lynchpartijen, groepsmoorden, martelingen en openbare executies. Daarnaast plegen ze terroristische aanslagen in een (voor ons) uitzichtloze oorlog. Misdadigers dus, met wie [brave orthodoxe christenen] gelijkgesteld worden. Waarom die doelbewuste provocatie? Simpel: omdat opvattingen over de SGP de barometerstand aangeven van alle religieuze gevoeligheden in het koortsige multiculturele debat. Ook zijn die meningen een lakmoesproef voor hypocrisie als het om vrijheid van meningsuiting en discriminatie gaat.
De loze vergelijking van de SGP met moordende moslimfundamentalisten is bedoeld om een ontkenning uit te lokken. Waarna de ontkenner ontmaskerd kan worden als moslimbasher.
Volg de simpele logica: als je de SGP [of Mariska Orbán -vh] niet even erg vindt als de Taliban, dan vind je vrouwen- en homodiscriminatie door christenen minder erg dan soortgelijke discriminatie door moslims. Wie dat doet is een hypocriet die niks geeft om discriminatie, maar zélf moslims discrimineert.
Nu u het mij toch vraagt: het is de zoveelste, geperverteerde verschijningsvorm van het virus dat politieke correctheid heet.
En waar dient politieke correctheid toe?
De sovjet-mediakenners leerden: als je zelf niet over een positief (aantrekkelijk) aanbod beschikt, maar toch macht (invloed) wilt houden, moet je een onbetwistbare, gemeenschappelijke vijand crëeren. Bij voorkeur een ongevaarlijke, aan wie je zonder zelf risico te lopen alle kwaad kunt toedichten en ten opzichte van wie je jezelf als vèr weg, 'Goed' en dus verplicht-aantrekkelijk kunt afficheren. De eenvoudigste en minst kostbare manier is het plakken van een afschrikwekkend etiket.

"Francis Bacon ontwierp de leer over de idolen. Hij zei dat de mensen niet geneigd zijn vanuit de zuivere ervaring te leven en haar liever met vooroordelen besmetten. Die vooroordelen zijn de idolen. 'Idolen van de soort', zoals Bacon ze noemde. (...)
De 'idolen van het theater' zijn de gezaghebbende meningen van anderen waardoor de mens zich laat leiden als hij datgene interpreteert wat hij niet zelf heeft ervaren. (...) Er zijn nog andere 'idolen van het theater': de kritiekloze instemming met de resultaten van de wetenschap. Kortom, het gaat om de vrijwillig overgenomen dwalingen van anderen. (...)
De 'idolen van de markt' zijn de dwalingen die voortkomen uit de wederzijdse band en de relaties tussen mensen. Ze bedriegen de mens omdat het de gewoonte is geworden formules te gebruiken die de rede geweld aandoen. Bijvoorbeeld: vijand van het volk! vreemd element! verrader! iedereen laat je in de steek!" (Aleksandr Solzjenitsyn, Kankerpaviljoen)
Heeft een zekere Godwin de afgelopen jaren 'Hitler' en 'extreem-rechts' vrijwel onbruikbaar gemaakt (een sneue poging, in de NL RK microwereld, om op deze manier één van de weinige bestaande basis-initiatieven de nek om te draaien, is mislukt), nu is er 'gelukkig' een nieuw etiket dat je - met een minimum aan denkwerk en een maximum aan effect - op gewenste vijanden kunt plakken. Waardoor je, zonder je te hoeven bezighouden met argumenten en redenen, jezelf toch als weldenkend kunt blijven profileren.

Zolang als het duurt. Want: al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel.

dinsdag 28 december 2010

"Well, if it's a symbol..."

Terug naar af. Een voorbeeldje van hoe men al 2000 jaar, ook met woorden uit de christelijke traditie en binnen de muren van de Kerk, blijft proberen de radicale nieuwheid van Christus weg te redeneren: uit de Kerstboodschap op de site van de "Faculteit Katholieke Theologie" (Tilburg/Utrecht), geschreven door policy advisor Frank Bosman:
Kerstmis is het Grote Familiefeest [...]
We kijken naar Dickens Scrooge of naar een van de Santa Clause, we gaan naar de kerstmusical in Rotterdam, het kerstcircus in Den Haag en misschien naar een mooi mystiek-mysterieuze-gezellige kerstmis in een statige kerk als de Bossche Sint-Jan.
Leuk ja. Aardig ook. Doet niemand kwaad. Kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Bij mij blijft er een hol gevoel over, hoeveel ik ook van Dickens en de Sint-Jan hou. Kerstmis is het feest van het licht, van het lengen van de dagen, zoals de oude Germanen en Kelten al lang wisten. Met Willibrord en consorten is de timmermanszoon uit Nazareth hier gearriveerd om het licht der wereld te verbeelden.
Dat heeft niets te maken met maagdelijke geboortes, dogma's of biechten.
Met Kerstmis viert de mens het besef dat het altijd weer licht wordt. Die hoop wordt belichaamd in een god-in-mensengestalte, die de hongeren te eten geeft, dorstigen te drinken geeft, zwervers een dag boven hun hoofd en immigranten een gastvrij onthaal geeft. Want wie zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zich vernederd, zal verhoogd worden.
Kerstfeest, het feest van licht, van hoop en van Gods geboorte.
Maar zo'n salonfähig gemaakte Christus heeft niemand nodig. De Kelten niet, de Germanen niet en wij niet. Een godsdienst die alleen nog door herinterpretatie acceptabel gemaakt kan worden, is de facto dood en trekt alleen nog wat stuip.
In 1955 schreef de katholieke Amerikaanse schrijfster Flannery O'Connor in een brief:
I was once, five or six years ago, taken by some friends to have dinner with Mary McCarthy and her husband, Mr. Broadwater. (She just wrote that book, "A Charmed Life.") She departed the Church at the age of 15 and is a Big Intellectual. We went at eight and at one, I hadn't opened my mouth once, there being nothing for me in such company to say. . . . Having me there was like having a dog present who had been trained to say a few words but overcome with inadequacy had forgotten them.
Well, toward morning the conversation turned on the Eucharist, which I, being the Catholic, was obviously supposed to defend. Mrs. Broadwater said when she was a child and received the host, she thought of it as the Holy Ghost, He being the most portable person of the Trinity; now she thought of it as a symbol and implied that it was a pretty good one. I then said, in a very shaky voice, Well, if it's a symbol, to hell with it.
That was all the defense I was capable of but I realize now that this is all I will ever be able to say about it, outside of a story, except that it is the center of existence for me; all the rest of life is expendable.
(Zie over O'Connor het artikel "Flannery O’Connors waarheid voor hardhorenden" in de papieren KN van deze week (p. 20), met het goede nieuws dat uitgeverij Kok zojuist haar roman The Violent Bear It Away in het Nederlands heeft uitgegeven, als De geweldenaars.)

zaterdag 3 april 2010

Ongelukkige brief

Zonder afbreuk te willen doen aan de goede intentie lijkt me de formulering van de 'zorgbrief', opgesteld en ondertekend door een groep Nederlandse katholieken, waaronder theologen, nogal ongelukkig.

1. De brief kent een exclusieve focus op "clericaal" misbruik enerzijds ("seksueel misbruik van kinderen en (jong)volwassenen door priesters, paters en zusters"; "schanddaden die door medekatholieken in het ambt anderen zijn aangedaan") en goeddoende leken anderzijds ("Wij denken aan de talloze generaties gelovigen, kunstenaars, wetenschappers, weldoeners en politici die geïnspireerd door hun katholiek geloof hebben bijgedragen aan de verbetering van de wereld"). Dit doet geen recht aan de werkelijkheid. Hier blijkt de noodzaak van de door Benedictus XVI gewenste "hermeneutiek van de priesterlijke continuïteit". De formuleringen in de brief laten alle ruimte voor een niet-katholiek standpunt omtrent het wezenlijke belang van het gewijde priesterschap in de Kerk.

2. De brief bevat geen duidelijke oproep tot eerlijke en volledige media-aandacht, die voor een goed begrip en adequate behandeling van de affaire noodzakelijk is en op dit moment ten enen male ontbreekt.

3. De brief bevat geen steunbetuiging, rept zelfs met geen woord over de strijd die de paus aan het voeren is voor een bewustere en heiligere Kerk (een zwijgen dat minder vergeeflijk is nu de media suggereren dat hij het probleem is in plaats van "deel van de oplossing").

4. Maar met name met de volgende alinea kan moeilijk ingestemd worden:
Vele meer of minder betrokken katholieken keren de kerk de rug toe: uit schaamte, verontwaardiging of woede. Deze emoties zijn authentiek en begrijpelijk. Wij delen deze gevoelens. Maar wij blijven katholiek en hopen dat velen hetzelfde zullen doen. Om de wonden die zijn geslagen te helpen verbinden. Om te helpen voorkomen dat wat gebeurd is, opnieuw gebeurt. En om oog te houden voor het vele goede dat door de katholieke kerk en katholieke gelovigen ook gedaan is en wordt.
Dit riekt naar donatisme en pelagianisme.
Ten eerste zijn we niet katholiek (en zeker blijven we het niet) omdat katholieken zulke goede mensen zijn en de Kerk zulke mooie dingen gedaan heeft, maar omdat Christus, die je alleen in de Kerk kunt leren kennen, de waarheid is zonder welke we niet meer kunnen leven ("Heer, waarheen zouden wij gaan, alleen Gij hebt woorden van eeuwig leven").
Ten tweede kun je best iets definitiefs zeggen over je katholiek zijn (je huidige erkenning van Christus' waarheid, je huidige verlangen in eenheid te zijn met de Kerk), maar moeilijk over je katholiek blijven. Je kunt zeggen: wij willen, verlangen, hopen ("met Gods genade") katholiek te blijven. Maar het "Al zullen allen U verloochenen, ik zal U niet verloochenen" heeft weinig benen om op te staan.
Tenslotte blijven we niet in de Kerk, in eerste instantie, om allerlei goeie dingen te doen (dat kan elders ook), maar eenvoudigweg om Christus niet kwijt te raken.
Zie ook Wat pretendeert de Kerk eigenlijk?

Veel verstandiger en "katholieker" lijkt me de formulering van het Franse appèl aan de waarheid.