Verder herinnert Stein eraan dat de 'heteronomie' (Gods wetten staan boven de menselijke wetten) die Cliteur zo'n doorn in het oog is, een fundamenteel en positief gegeven is de menselijke ervaring: de menselijke wetten zijn niet per definitie goed en verdienen soms 'ongehoorzaamheid'.
Uiterst twijfelachtig is de bewering van Cliteur dat alleen het monotheïsme de mens opzadelt met de vraag welke wetten hij nu moet gehoorzamen: de goddelijke of de menselijke? Dezelfde thematiek is reeds terug te vinden in de tragedie Antigone van Sophocles (geb. 496 voor Christus) in het poytheïstische Griekenland van de Oudheid. In deze tragedie heeft de koning van Thebe verordonneerd dat de broer van Antigone niet begraven mag worden, omdat hij heeft meegedaan aan een opstand tegen diens bewind. Antigone krijgt de doodstraf, omdat zij vindt dat het haar religieuze plicht is om tegen deze wereldlijke wet in te gaan. De tragedie van Sophocles laat zien dat het dilemma (moeten wij de goddelijke of de menselijke wetten gehoorzamen?) van alle tijden en plaatsen is en niet specifiek voor het monotheïsme.Punt is dat de mens, zoals Solzjenitsyn zegt, 'ongeneeslijk religieus' is (men leze Het religieuze zintuig van Luigi Giussani), al wordt dat gegeven in een naïeve postchristelijke samenleving als de Nederlandse voortdurend als ridicuul weggezet, met alle (levens)gevaarlijke gevolgen van dien.
Zie ook ons eerdere Waarom het westen er goed aan zou doen zijn eigen religieuze grondslag serieus te nemen en Monotheïstisch en een scherpzinnig artikel van Ronald Vliegen ("ben ik een christen? Nee, dat denk ik niet").
Geen opmerkingen:
Een reactie posten