Schitterend dat er zulke gesprekken plaatsvinden. Wat zijn ze zeldzaam! Want alleen mensen met echte, rationeel gegronde en persoonlijk beleefde overtuigingen, kunnen met anderen in debat treden. Noch fundamentalisten (mensen met niet-rationele overtuigingen) noch relativisten (mensen die te lui zijn om hun eigen ervaring te onderzoeken) kunnen met elkaar in gesprek: ze hebben er geen instrumentarium voor. Ze kunnen elkaar hoogstens verdragen (een tijdlang).
Uit het verslag van Jeroen van Hecke citeren we enkele alinea's: het begin, waar prof. Bricmont pijnlijk exact het subjectivisme en moralisme blootlegt waar grote delen van de Kerk zich mee onledig houden bij gebrek aan persoonlijke, ervaren overtuiging van de waarheid van Christus; en het eind, waar mgr. Léonard eraan herinnert dat het probleem van de betekenis van het leven - ook al zijn veel Kerkmensen daar zelf weinig mee bezig en daarom nauwelijks overtuigd van Christus en al helemaal niet overtuigend - toch te essentieel is om het links te laten liggen. Laten we in deze situatie beginnen, zegt de aartsbisschop, met ons gemeenschappelijke mens-zijn, met de verwondering die de werkelijkheid als zodanig in ons oproept.
[Prof J. Bricmont beweerde] dat de H. Kerk de “strijd” steeds weer heeft verloren van de wetenschap. Hierdoor zou ze zich steeds weer hebben teruggetrokken en [...] zou de “moderne kerk” niet meer een kerk zijn die over feiten spreekt, maar over vage waarden. Het is inderdaad interessant dat hij een duidelijk verschil maakt tussen wat hij noemt het klassieke Christendom en het moderne Christendom. Met het “moderne” Christendom bedoelt hij de neiging om het geloof helemaal te subjectiveren. Dit betekent dat het geloof tegenwoordig bij velen niet meer gaat over objectieve feiten, die historisch gezien waar of niet waar zijn, zoals de Verrijzenis, de Menswording, de erfzonde en dergelijke zaken, maar dat het geloof helemaal gereduceerd wordt tot een persoonlijke ervaring, waar je ook geen rationele argumenten voor kunt geven, en vaak zelfs erger nog tot een geheel van morele waarden zonder meer. Hij heeft duidelijk gemaakt dat dit debat niet over dat soort geloof gaat, maar over wat het Christendom en elke monotheïstische godsdienst pretendeert te zijn: een historische godsdienst, die de objectieve en universele waarheid verkondigt.Vraagje richting de medewerkers van het aartsbisdom Mechelen-Brussel: kunnen jullie de teksten van dit soort ontmoetingen van de bisschop on-line zetten? Voor de paar miljoen (potentiële) katholieken en atheïsten in de Lage Landen die er niet bij konden zijn!
Het is natuurlijk waar dat het persoonlijke aspect (het spirituele) zeer belangrijk is en zelfs onmisbaar voor de persoonlijke beleving, maar dit neemt niet weg dat het zijn fundamenten moet hebben in die specifieke gebeurtenissen die het Christendom het Christendom maken: namelijk het feit dat Christus mens is geworden, is gestorven voor onze zonden en is verrezen. We mogen niet ontkennen dat er tegenwoordig tendensen zijn die al deze geloofskernpunten op zijn best een beetje verzwijgen om niet te veel discussies uit te lokken, en dan heb ik het nog niet eens over het geloof in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie en in de mirakels en dergelijke meer. Maar als we al deze dingen ontkennen of uit de weg gaan, mogen we ons terecht geconfronteerd zien met de vraag die Prof. J. Bricmont ons stelt: “waarin geloven jullie dan?”. Waarin verschilt het Christendom dan inderdaad nog van een vaag deïsme op zijn best, dat “aanvoelt” dat er ergens wel “iets” moet zijn, maar dat ons verder met rust laat? Maar het Christendom pretendeert zoveel meer te zijn. We kunnen inderdaad stellen dat dit soort modernistisch Christendom een Christendom is dat zich heeft teruggetrokken, zoals Prof. J. Bricmont het verwoord heeft. Dit soort vaag deïsme of hoe je het ook moet noemen, is meestal niet in staat zichzelf rationeel te verdedigen, omdat het zichzelf uit elke sfeer van objectiviteit heeft ontrukt, en daarom is Prof. J. Bricmont de discussie daar niet mee aangegaan, maar wel met het “klassieke Christendom”, gerepresenteerd door Mgr. Léonard, dus door het Christendom dat wel nog geloof hecht aan de waarheidsclaims, zoals de dogma’s en de mirakels. Hij heeft aan het begin gezegd dat hij het respecteerde in personen als Mgr. Léonard dat ze het geloof rationeel willen verdedigen.
[...]
Er is ook gevraagd of agnosticisme niet de enige acceptabele houding is. Nu goed, [aldus mgr. Léonard] het is niet verkeerd om niet direct te weten of God bestaat of niet en dergelijke zaken, maar dan zou je oprecht moeten zoeken; en we kunnen slechts vaststellen dat het agnosticisme meestal slechts een intellectualistische methode is om rond die vragen heen te gaan, die nochtans de belangrijkste van ons leven zijn. Daarom is het agnosticisme oninteressant.
Om af te sluiten heeft Mgr. Léonard nog eens kort het woord gekregen. In die tijd heeft hij erop gewezen wat onze fundamentele verwondering moet zijn: namelijk dat er iets is en niet niets. De vraag waarom er iets is en niet niets, is geen wetenschappelijke, maar een metafysische en dus kan de wetenschap niet zonder, ten minste impliciete, metafysische stellingen. Dat is belangrijk, want Prof. J. Bricmont had kort ervoor nog beweerd dat de metafysica maar “woordenspelletjes” zouden zijn. Het is inderdaad de grote intellectuele zwakheid van de moderne tijd dat men de metafysica zo’n lage plaats geeft, terwijl dit juist het fundament van alles is.
Of staat hij al ergens?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten