Westerlingen kapittelen zichzelf over hun gebrek aan giften voor de Hoorn van Afrika. We geven niet genoeg en dat maakt ons egoïstisch en schuldig. Wanneer je zo denkt worden bepaalde zaken al snel onbespreekbaar. Zoals de zorg dat de hulpgoederen en hulpverlening niet toegankelijk zullen zijn voor christelijke minderheden in het door droogte en honger getroffen gebied in Afrika. Het ontzeggen en belemmeren van hulp aan christenen door moslims en moslimhulporganisaties, is ook in Pakistan voorgekomen, toen er hulp werd gegeven aan slachtoffers van de overstromingen. Alleen het Vaticaan protesteerde daar toen tegen. Zou giro 555 dat ooit meenemen in de evaluatie van de acties?(Amanda Kluveld in de Volkskrant)
Relaties kunnen nooit verbeterd worden of met gedeelde verantwoordelijkheid worden onderhouden als over dit soort ernstige zaken niet gesproken wordt, uit schuldgevoel of om de relatie niet verder te verzieken. Het deugt niet als moslims in noodgebieden christenen hulpgoederen ontzeggen. Dit niet adresseren is een vorm van neerbuigendheid. Je gaat er dan immers vanuit dat moslims niet in staat zijn te begrijpen dat dit wreed, egoïstisch, immoreel en hebzuchtig is. Dat is toch niet de boodschap dat het, met schuldgevoel over en schaamte voor de eigen welvaart en geschiedenis overladen, progressieve en humanistische deel van de westerlingen zou willen uitdragen? Of wel?
woensdag 27 juli 2011
Een vorm van neerbuigendheid
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten